Gepubliceerd op woensdag 10 januari 2018
LS&R 1553
Kantonrechter ||
20 sep 2017
Kantonrechter 20 sep 2017, LS&R 1553; ECLI:NL:RBGEL:2017:6858 (Eiser tegen RUMC), https://www.lsenr.nl/artikelen/radboudumc-handelt-in-grote-lijnen-in-overeenstemming-met-professionele-medische-standaard

RadboudUMC handelt "in grote lijnen" in overeenstemming met professionele medische standaard

Ktr. Rechtbank Gelderland 20 september 2017, LS&R 1553; ECLI:NL:RBGEL:2017:6858 (Eiser tegen RadboudUMC) Letselschade. Medische dienstverlening. Op 6 januari 2016 is de zoon van eiser geboren met problemen aan de slokdarm. In april 2016 hebben in het RadboudUMC (RUMC) enkele operatieve correcties plaatsgevonden. Na deze operaties heeft het kind een systemische infectie opgelopen en het heeft thans nog geen functionerende slokdarm. Eiser stelt dat het RUMC gehandeld heeft beneden de professionele standaard. In een tussenvonnis is een deskundige benoemd. Uit het rapport van deskundige dr. Bax, blijkt dat “in grote lijnen” gehandeld is in overeenstemming met de op dat moment geldende professionele medische standaard. De kantonrechter oordeelt dat het RUMC niet aansprakelijk is voor schade van het kind van eiser.

2.3. Dr. Bax schrijft in zijn rapport in zijn algemeenheid dat “in grote lijnen” gehandeld is in overeenstemming met de op dat moment geldende professionele medische standaard.

Tijdens het verhoor blijft hij daarbij en zegt hij daarover:

“Het klopt dat mijn deskundigenoordeel is dat in zijn geheel gesproken niet gehandeld is in strijd met de medische standaard op dat ogenblik. Voor zover ik in mijn rapport kanttekeningen maak vallen die binnen de medische standaard op dat moment.”

2.23. Naar het oordeel van de rechtbank zijn tegen deze conclusies, die er op neer komen dat niet kan worden geoordeeld dat op dit punt in strijd met de professionele standaard is gehandeld, geen zwaarwegende bezwaren geuit, terwijl ook overigens niet blijkt dat onjuist is gehandeld, zodat de rechtbank daarvan uit gaat. Ook ten aanzien van dit verwijt geldt dat daaruit geen aansprakelijkheid voor RUMC volgt.

2.24. Het vorenstaande leidt tot de conclusie dat geen van de vier verwijten aansprakelijkheid van RUMC met zich brengt. De op deze verwijten gegronde vordering om voor recht te verklaren dat RUMC aansprakelijk is voor de schade van [kind] , alsmede de gevorderde veroordeling tot vergoeding van die schade, zullen daarom worden afgewezen.