Gepubliceerd op vrijdag 28 november 2014
LS&R 1040
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Vragen aan HvJ EU over beroepsmatig chemisch product invoeren en aangifteplicht

Prejudiciële vragengesteld aan HvJ EU LS&R 1040, C-472/14 (Canadian Oil Company Sweden et Rantén)
Anders Rantén is (als werknemer van medeverzoekster Canadian Oil) veroordeeld wegens invoer van (milieu)gevaarlijke stoffen (jaar 2010) zonder aangifte te doen bij het productenregister (de ZWE inspectie). Zowel verzoeker als verzoekster wordt een boete opgelegd.

Verzoekers gaan in beroep omdat de verplichting om aangifte te doen in strijd zou zijn met het vrije verkeer van stoffen die onder de REACH-verordening vallen (artikel 128.2). Door de eraan verbonden kosten vormt de verplichting een verboden handelsbelemmering, want verzoekers zien geen geoorloofde belemmering in de zin van artikel 36 (gerechtvaardigd uit hoofde van onder meer de bescherming van de gezondheid en het leven van personen of dieren. Deze verboden of beperkingen mogen echter geen middel tot willekeurige discriminatie noch een verkapte beperking van de handel tussen de lidstaten vormen).

Verweerder (OM) is het met de oordelende rechter eens dat de Zweedse regels voor wat betreft de vereiste aangifte niet strijdig zijn met EU-recht. Het verwijzende Zweedse Hooggerechtshof oordeelt dat het productenregister verschillende doeleinden dient, onder meer als basis voor toezicht. Niet alleen uit veiligheidsoverwegingen, maar ook ten behoeve van invordering van heffingen op chemische stoffen. Het register wordt ook gebruikt voor statistische doeleinden, als basis voor het nastreven van milieudoelstellingen. Hij constateert dat het voor registratie in het Zweeds register strengere eisen gelden dan in het REACH-systeem, en concludeert dat de Zweedse regels over het productenregister buiten het door REACH geharmoniseerde gebied vallen. Aangezien artikel 128 REACH en VWEU 34/36 zoals aan de orde in deze zaak nog niet door het HvJEU zijn behandeld stelt hij de volgende vragen:

Vraag 1: Is het in strijd met REACH dat degene die beroepsmatig in Zweden een chemisch  product invoert – waarvoor een registratieplicht bestaat op grond van REACH –, daarvan ingevolge Zweedse bepalingen aangifte moet doen bij Kemikalieinspektionen met het oog op registratie in het Zweedse productenregister?
Vraag 2: Indien het antwoord op vraag 1 ontkennend luidt, is de Zweedse aangifteplicht dan in strijd met artikel 34 VWEU, met inachtneming van de uitzonderingen als bedoeld in artikel 36?