Gezondheidszorg  

LS&R 1726

Afgifte medisch dossier nodig voor beoordeling wilsbekwaamheid

Hof Arnhem-Leeuwarden 13 aug 2019, LS&R 1726; ECLI:NL:GHARL:2019:6571 (X tegen huisarts), https://www.lsenr.nl/artikelen/afgifte-medisch-dossier-nodig-voor-beoordeling-wilsbekwaamheid

Hof Arnhem-Leeuwarden 13 augustus 2019, IT 2841, LS&R 1726; ECLI:NL:GHARL:2019:6571 (X tegen huisarts) Kort geding. Medische geheimhoudingsplicht. Afgifte medisch dossier. Appellante heeft de huisarts van vader en moeder om een afschrift van de medische dossiers gevraagd. De huisarts heeft hieraan geen gevolg gegeven met een beroep op zijn medisch beroepsgeheim. Appelante stelt dat zij een spoedeisend belang heeft bij de medische dossiers omdat zij dient te kunnen onderbouwen dat haar ouders ten tijde van de verkoop van het pand niet in staat waren hun vermogensrechtelijke belangen te overzien. Volgens haar waren beide ouders ten tijde van de verkoop en levering dement. Op de zitting bij het hof van 22 juli 2019 heeft appelante haar vordering beperkt tot het dossier van vader. De vordering wordt toegewezen. Zonder medische informatie zal de rechter zich geen of een minder goed beeld kunnen vormen van de wilsbekwaamheid dan wel eventuele wilsgebreken of beïnvloedbaarheid van vader.

LS&R 1725

Recht op inzage medisch dossier van overleden moeder op grond van machtiging

Hof Den Haag 20 aug 2019, LS&R 1725; ECLI:NL:GHDHA:2019:2103 (Medisch beroepsgeheim huisarts), https://www.lsenr.nl/artikelen/recht-op-inzage-medisch-dossier-van-overleden-moeder-op-grond-van-machtiging

Hof Den Haag 20 augustus 2019, IT 2839, LS&R 1725; ECLI:NL:GHDHA:2019:2103 (Medisch beroepsgeheim huisarts) Art. 7:458a BW (nieuw). Appelant is de zoon van wijlen mevrouw X. Geïntimeerde was haar huisarts. Appelant heeft aangifte gedaan tegen twee verpleegkundigen die bij de thuiszorg betrokken zijn geweest. Hij heeft geïntimeerde verzocht om (delen) van het medisch dossier van moeder aan hem te verstrekken. Aan het verzoek van appellant is geen gehoor gegeven. Geïntimideerde moet binnen 4 weken het gehele medische dossier aan appelant overhandigen. Nu tussen partijen vaststaat dat moeder toestemming heeft verleend aan haar zoon om haar medische dossier op te vragen, heeft appellant in beginsel recht op inzage en afschrift van het gehele dossier. Er bestaat geen grond om ervan uit te gaan dat het recht op inzage of afschrift niet verder mag gaan dan gerechtvaardigd wordt door het belang van appellant. Er hoeft niet duidelijk te worden gemaakt wat zijn belang is bij afgifte van het hele dossier en waarom niet kan worden volstaan met een minder verstrekkende wijze van inzage.

LS&R 1671

Vorderingen afgewezen, online melding van doorhaling GZ-psycholoog BIG-register niet onrechtmatig

Rechtbanken 24 okt 2018, LS&R 1671; ECLI:NL:RBMNE:2018:5152 (Doorhaling GZ-psycholoog BIG-register), https://www.lsenr.nl/artikelen/vorderingen-afgewezen-online-melding-van-doorhaling-gz-psycholoog-big-register-niet-onrechtmatig

Ktr. Rechtbank Midden-Nederland 24 oktober 2018, IT 2680; LS&R 1671; ECLI:NL:RBMNE:2018:5152 (Doorhaling GZ-psycholoog BIG-register) Privacy. Gezondheidszorg. De inschrijving van eiser als GZ-psycholoog is in het BIG-register doorgehaald, vanwege het onderhouden van een relatie met een cliënte. Het is hem niet meer toegestaan als GZ-psycholoog te afficheren of daaraan verbonden werkzaamheden te verrichten. Gedaagde heeft een door haar genoemde Zwarte Lijst gepubliceerd waarop namen van artsen en andere functionarissen uit de gezondheidszorg worden vermeld die volgens gedaagde kort gezegd hun wettelijke zorgplicht schenden, waaronder van artsen die uit het CTG en/of BIG-register zijn geschrapt. In navolging hiervan heeft zij eiser vermeld op haar website, inclusief de AGB-code van de praktijk en zorgverlener, en het KvK-nummer. Haar uitingen zijn van feitelijke aard en niet feitelijk onjuist. Dat de tijdelijke arbeidsovereenkomst van eiser niet is verlengd, brengt geen onaanvaardbare schending van de persoonlijke levenssfeer van hem mee. De doorhaling is te wijten aan zijn eigen gedrag en vermelding ervan is openbaar, en doorhaling heeft alleen gevolg voor zijn functie als GZ-psycholoog. Vorderingen afgewezen.

LS&R 1642

Gunningsbeslissing van LUMC hoeft niet te worden ingetrokken want naald Introcan voldoet aan de eisen

Rechtbank Den Haag 21 dec 2018, LS&R 1642; ECLI:NL:RBDHA:2017:16641 (BD tegen LUMC met tussenkomst van Braun), https://www.lsenr.nl/artikelen/gunningsbeslissing-van-lumc-hoeft-niet-te-worden-ingetrokken-want-naald-introcan-voldoet-aan-de-eise

Vzr. Rechtbank Den Haag 21 december 2017, LS&R 1642; ECLI:NL:RBDHA:2017:16641 (Becton Dickinson tegen Academisch Ziekenhuis Leiden met tussenkomst van Braun) Aanbestedingsrecht. LUMC heeft een Europese aanbesteding uitgeschreven voor verschillende percelen (1 t/m 3) voor de levering van verschillende typen naalden en naaldenbekers. BD en Braun hebben zich beide ingeschreven op de aanbesteding. In voorlopige gunningsbeslissing heeft LUMC te kennen gegeven om percelen 1 en 2 te gunnen aan Braun en perceel 3 te gunnen aan BD.  Daarna heeft LUMC de voorlopige gunningsbeslissing voor perceel 2 ingetrokken. Ten aanzien van perceel 1 heeft het LUMC aan BD meegedeeld dat de inschrijving van Braun een betere prijs-kwaliteitverhouding heeft. De inschrijfprijs van Braun is € 421.779,84 en van BD € 972.910,94. Daarnaast scoorde Braun een 5,6 in de gebruikerstest en BD een 6,3. Volgens BD zou er aan drie eisen niet zijn voldaan (1.04, 1.13 en 1.29). BD vordert dat LUMC de voorlopige gunningsbeslissing voor perceel 1 intrekt en de inschrijving van Braun voor perceel 1 ongeldig te verklaren. LUMC heeft eis 1.04 zelf getest en daaruit blijkt dat Braun daaraan voldoet omdat de naald beschikt over een 'flow control septum'. Met de naald van Braun is het mogelijk om een zijslang aan te sluiten waardoor wel voldaan is aan eis 1.13. De door BD aangeboden infuusnaald biedt ontegenzeggelijk voordelen omdat de zijslang gefixeerd is aan het middenstuk , maar is ook aanzienlijk duurder. Uit het tijdens de terechtzitting getoonde gebruik van de betreffende infuusnaalden viel eveneens af te leiden dat beide infuusnaalden zeer duidelijk en snel aangeven of de naald en canule in het bloedvat zitten zodat wel voldaan is aan eis 1.29. De vordering wordt afgewezen.

LS&R 1615

Vragen gesteld aan HvJ EU over slechts levering van grensoverschrijdende verstrekking van geneesmiddel uit een van de twee categorieën

Hof van Justitie EU 8 mrt 2018, LS&R 1615; (VIPA), https://www.lsenr.nl/artikelen/vragen-gesteld-aan-hvj-eu-over-slechts-levering-van-grensoverschrijdende-verstrekking-van-geneesmidd

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 8 maart 2018, LS&R 1615; zaak C-222/18 (VIPA) Verzoekster (VIPA) is een onderneming die een apotheek exploiteert. Verweerder (landelijk instituut voor geneesmiddelen en voedselveiligheid) heeft verzoeksters geneesmiddelenverstrekking gecontroleerd. Het ging hierbij o.a. om de verstrekking van aan medisch recept onderworpen geneesmiddelen. De Hongaarse regelgeving kent twee soorten medische recepten: het doktersvoorschrift en het bestelformulier. Verweerder stelde dat de verstrekking van aan medisch recept onderworpen geneesmiddelen via een bestelformulier in 25 gevallen onrechtmatig was, aangezien die formulieren waren uitgeschreven door MAIC-medical services (Verenigd Koninkrijk) en Dr. Thomas Neufeld (Oostenrijk).

LS&R 1577

Verzoek tot verstrekking medisch dossier dient het belang om kwaliteit medisch handelen te laten toetsen

Rechtbank Rotterdam 7 feb 2018, LS&R 1577; ECLI:NL:RBROT:2018:984 (Medisch dossier overleden moeder), https://www.lsenr.nl/artikelen/verzoek-tot-verstrekking-medisch-dossier-dient-het-belang-om-kwaliteit-medisch-handelen-te-laten-toe

Rechtbank Rotterdam 7 februari 2018, IT 2496; LS&R 1577; ECLI:NL:RBROT:2018:984 (Medisch dossier overleden moeder) Privacy. Medisch dossier. Eiser heeft aangifte gedaan tegen twee verpleegkundigen die bij zijn, inmiddels overleden, moeder betrokken zijn geweest bij de medische behandeling en zorg. Eiser heeft een huisarts verzocht om (delen van) het medisch dossier van zijn moeder aan hem te verstrekken. De huisarts heeft hier geen gehoor aan gegeven. Het belang van eiser om de kwaliteit van het medisch handelen te laten toetsen door een (tucht)rechter, kan in voldoende mate worden gediend door een onafhankelijke (huis)arts het medisch dossier van de moeder van eiser te laten inzien met het verzoek antwoord te geven op concrete vragen ten aanzien van de behandeling van zijn moeder. Een verdergaand recht op inzage in/afschrift van het medisch dossier na overlijden zou het beroepsgeheim in belangrijke mate kunnen uithollen. De vordering wordt dan ook in zoverre toegewezen.

LS&R 1541

Geen seksueel contact, maar wel sprake van te vergaand privé-contact tussen patiënt en verpleegkundige

31 jul 2017, LS&R 1541; ECLI:NL:TGZREIN:2017:121 (Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd tegen Verpleegkundige), https://www.lsenr.nl/artikelen/geen-seksueel-contact-maar-wel-sprake-van-te-vergaand-priv-contact-tussen-pati-nt-en-verpleegkundige

Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 31 juli 2017, LS&R 1541; ECLI:NL:TGZREIN:2017:121 (Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd tegen Verpleegkundige). Inspectie voor de Gezondheidszorg. Seksueel grensoverschrijdend gedrag. De verpleegkundige is, geleid door zijn affectieve gevoelens, gedurende circa één jaar het (privé)leven van de psychisch kwetsbare patiënte binnengedrongen ter vervulling van eigen behoeften, wensen en gevoelens. Initiatief kwam steeds van de verpleegkundige. Zijn rol was voor patiënte volstrekt onduidelijk en onprofessioneel. Na beëindiging van de behandelrelatie voortzetting van de contacten op eenzelfde, indringende en ongeoorloofde wijze. De meerdere (onnodige) aanrakingen moeten vanuit de intentie van verweerder als seksueel getint worden geacht. Niet zelf tot het inzicht gekomen dat hij zijn professionele grenzen heeft overschreden. Doorhaling van zijn inschrijving in het BIG-register.

LS&R 1534

Huisarts mist bij diverse diagnoses belangrijke signalen uit voorgaande consulten

31 okt 2017, LS&R 1534; ECLI:NL:TGZRSGR:2017:150 (Klaagster tegen huisarts), https://www.lsenr.nl/artikelen/huisarts-mist-bij-diverse-diagnoses-belangrijke-signalen-uit-voorgaande-consulten

Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 31 oktober 2017, LS&R 1534; ECLI:NL:TGZRSGR:2017:150 (Klaagster tegen huisarts). Gegronde klacht tegen een huisarts. De huisarts had, op basis van de verhoogde infectie parameters, in combinatie met de duur van de benauwdheidsklachten, het feit dat de prednison kuur de klachten had moeten verminderen, en het feit dat patiënte bekend stond als rookster, een doorverwijzing voor verder onderzoek moeten realiseren. De huisarts heeft steeds op geleide van de klachten een andere diagnose gesteld zonder de diagnose longkanker te overwegen en in de differentiaal diagnose mee te nemen. Het College overweegt daarbij dat de huisarts bij het stellen van de diverse diagnoses belangrijke signalen uit voorgaande consulten niet heeft meegenomen. Klacht gegrond. Waarschuwing.

LS&R 1533

Verpleegster gaat professionele grenzen te buiten door seksuele relatie met patiënt

31 okt 2017, LS&R 1533; ECLI:NL:TGZRSGR:2017:149 (Inspectie voor de Gezondheidszorg tegen verpleegkundige), https://www.lsenr.nl/artikelen/verpleegster-gaat-professionele-grenzen-te-buiten-door-seksuele-relatie-met-pati-nt

Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 31 oktober 2017, LS&R 1533; ECLI:NL:TGZRSGR:2017:149 (Inspectie voor de Gezondheidszorg tegen verpleegkundige). Gegronde klacht van de IGZ tegen een verpleegkundige wegens grensoverschrijdend gedrag. De verpleegkundige heeft door het grensoverschrijdend gedrag de professionele grenzen die zij als verpleegkundige in acht behoorde te nemen, zoals bijvoorbeeld blijkt uit de Nationale beroepscode van Verpleegkundigen en Verzorgenden 2007 en 2015, overschreden. Klacht gegrond. Schorsing voor de duur van twaalf maanden.

LS&R 1530

Huisarts had patiënt op kortere termijn naar neuroloog moeten sturen

31 okt 2017, LS&R 1530; ECLI:NL:TGZRSGR:2017:152 (Klaagster tegen huisarts), https://www.lsenr.nl/artikelen/huisarts-had-pati-nt-op-kortere-termijn-naar-neuroloog-moeten-sturen

Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 31 oktober 2017, LS&R 15 ; ECLI:NL:TGZRSGR:2017:152 (Klaagster tegen huisarts). Gegronde klacht tegen een huisarts. De huisarts heeft bij haar beoordeling ten onrechte geen acht geslagen op wat onder andere de dochter van klaagster heeft gezegd. De huisarts had hieruit kunnen afleiden dat de woordvindstoornissen al vier weken speelden. De huisarts heeft de subtiele signalen die ook gerelateerd kunnen worden aan neurologische problemen, niet opgepikt. Zij had gezien de voormelde signalen van klaagster in de differentiaal diagnose een mogelijke TIA moeten overwegen. Er waren voldoende signalen voor een niet-pluisgevoel. Dat de huisarts niet direct een duidelijke diagnose had, valt haar niet te verwijten, maar er had wel verwacht mogen worden een ander beleid te volgen, namelijk verwijzing naar neuroloog op korte termijn. Klacht gegrond. Waarschuwing.