DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op dinsdag 2 mei 2017
LS&R 1446
||
27 apr 2017
27 apr 2017, LS&R 1446; ECLI:EU:C:2017:310 (Noria), https://www.lsenr.nl/artikelen/hvj-eu-eu-recht-verzet-zich-tegen-regeling-die-gehalte-nutri-nten-die-dagelijkse-maximumdoses-oversc

HvJ EU: EU-recht verzet zich tegen regeling die gehalte nutriënten die dagelijkse maximumdoses overschrijd verbiedt

HvJ EU 27 april 2017, C-672/15; ECLI:EU:C:2017:310 (Noria) Onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake voedingssupplementen – Vitaminen en mineralen die voor de vervaardiging van voedingssupplementen mogen worden gebruikt – Maximumhoeveelheden – Bevoegdheid van de lidstaten – Nationale regeling waarbij die hoeveelheden worden vastgesteld – Wederzijdse erkenning – Geen – Voorwaarden en criteria die in acht moeten worden genomen bij de vaststelling van die hoeveelheden.

1)      De bepalingen van [richtlijn voedingssupplementen], en die van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie inzake het vrij verkeer van goederen moeten aldus worden uitgelegd dat zij zich verzetten tegen een regeling van een lidstaat als die in de hoofdzaak, die niet voorziet in een procedure voor het in die lidstaat op de markt brengen van voedingssupplementen waarvan het gehalte nutriënten de bij die regeling vastgestelde dagelijkse maximumdoses overschrijdt en die in een andere lidstaat rechtmatig zijn vervaardigd of in de handel gebracht.

2)      De bepalingen van richtlijn 2002/46 en die van het VWEU inzake het vrij verkeer van goederen moeten aldus worden uitgelegd dat de in artikel 5 van die richtlijn bedoelde maximumhoeveelheden van geval tot geval moeten worden vastgesteld en rekening houdend met alle criteria in dat artikel 5, leden 1 en 2, meer bepaald de veilige maximumgehalten die voor de betrokken nutriënten zijn vastgesteld na een grondige wetenschappelijke beoordeling van de risico’s voor de volksgezondheid, gebaseerd op relevante wetenschappelijke gegevens en niet op algemene of hypothetische overwegingen. Het staat aan de verwijzende rechter om te beoordelen of de methode voor de vaststelling van genoemde hoeveelheden die in de hoofdzaak aan de orde is, aan die vereisten voldoet.

3)      De bepalingen van richtlijn 2002/46 en die van het VWEU inzake het vrij verkeer van goederen moeten aldus worden uitgelegd dat zij zich ertegen verzetten dat de wetenschappelijke risicobeoordeling als bedoeld in artikel 5, lid 1, onder a), van deze richtlijn, die vooraf moet gaan aan de vaststelling van de veilige maximumgehalten waarmee met name rekening moet worden gehouden voor de bepaling van de maximumhoeveelheden als voorzien in dat artikel 5, uitsluitend op basis van nationale wetenschappelijke adviezen wordt verricht, wanneer er op de datum van vaststelling van de betrokken maatregel ook recente en betrouwbare internationale wetenschappelijke adviezen voorhanden zijn waarin de conclusie luidt dat hogere maximumgehalten kunnen worden vastgesteld.

Gestelde vragen LS&R 1254:

1)      Staa[n] richtlijn 2002/46/EG en [de] communautaire beginselen van vrij verkeer van goederen [en] wederzijdse erkenning in de weg aan de invoering van een nationale regeling als het besluit van 9 mei 2006, dat niet de mogelijkheid biedt om gebruik te maken van een procedure van wederzijdse erkenning voor voedingssupplementen op basis van vitaminen en mineralen die afkomstig zijn uit een andere lidstaat, doordat zij uitsluit dat een vereenvoudigde procedure wordt toegepast op producten die in een andere lidstaat rechtmatig in de handel worden gebracht en die worden vervaardigd op basis van nutriënten [waarvan de waarden hoger zijn dan de limieten die zijn vastgesteld] bij het besluit van 9 mei 2006?

2)      Staan richtlijn 2002/46, met name artikel 5 ervan, en de beginselen die in de communautaire rechtspraak betreffende de bepalingen inzake het vrije verkeer van goederen zijn ontwikkeld, toe dat de dagelijkse maximumdoses vitaminen en mineralen worden vastgesteld in verhouding tot de aanbevolen dagelijkse hoeveelheden, waarbij voor nutriënten die het minste risico opleveren wordt uitgegaan van een waarde van driemaal de aanbevolen dagelijkse hoeveelheden, voor nutriënten waarbij een risico bestaat dat het veilige maximumgehalte wordt overschreden van een waarde die overeenkomt met de aanbevolen dagelijkse hoeveelheden, en voor nutriënten die het meeste risico opleveren van een waarde die onder de aanbevolen dagelijkse hoeveelheden ligt of zelfs nul bedraagt?

3)      Staan richtlijn 2002/46 en de beginselen die in de communautaire rechtspraak betreffende de bepalingen inzake het vrije verkeer van goederen zijn ontwikkeld, toe dat de doseringen uitsluitend [op] basis van nationale wetenschappelijke adviezen worden vastgesteld, terwijl de conclusies van recente, internationale wetenschappelijke adviezen pleiten voor hogere doseringen onder identieke gebruiksomstandigheden?