Gepubliceerd op donderdag 4 oktober 2012
LS&R 296
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Kamervragen over verbod op chemische onkruidbestrijdingsmethoden

Beantwoording Kamervragen van de leden Lodders en Houwers over verbod op chemische onkruidbestrijdingsmethoden 04 oktober 2012, Kamerbrief nr. 2012Z15101.

WeedsVraag 1 Bent u bekend met het eindrapport “LCA-quickscan vergelijking onkruidbestrijdingsmethoden”, uitgevoerd door de Interfacultaire Vakgroep Milieukunde (IVAM) van de Universiteit van Amsterdam?

Antwoord: Ja.

Vraag 2 Deelt u de conclusies van het rapport, dat een verbod op chemische onkruidbestrijding op verhardingen niet leidt tot een beter milieu? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2: In deze quickscan worden milieuprestaties van verschillende onkruidbestrijdingsmethoden vergeleken. Geconcludeerd wordt dat niet één methode altijd als beste of slechtste scoort.
Chemische onkruidbestrijding scoort, vergeleken met niet-chemische methoden ongunstig voor onder meer ecotoxiciteit, maar het brandstofgebruik is laag. Methoden die gebruik maken van hoge temperaturen -zoals ‘branden’ of ‘heet water’- scoren daarentegen gunstig voor ecotoxiciteit maar ongunstig voor de onderwerpen ‘klimaatverandering’ en ‘fossiele uitputting’, vergeleken met andere onkruidbestrijdingsmethoden.
Uit de inspraakreacties op het Nederlands actieplan duurzame gewasbescherming is gebleken dat er onduidelijkheid is ontstaan. Daarom zal een onafhankelijke inventarisatie uitgevoerd worden, om deze onduidelijkheid weg te nemen.

Vraag 3 Bent u bereid om eisen te stellen aan de milieuprestaties van niet-chemische onkruidbestrijding op verhardingen? Zo nee, waarom niet?

Daarvoor is op dit moment geen aanleiding