Gepubliceerd op donderdag 8 juni 2017
LS&R 1459
Rechtbank Amsterdam ||
19 apr 2017
Rechtbank Amsterdam 19 apr 2017, LS&R 1459; ECLI:NL:RBAMS:2017:3782 (Implantlenzen), https://www.lsenr.nl/artikelen/oogarts-aansprakelijk-wegens-onzorgvuldige-behandeling

Oogarts aansprakelijk wegens onzorgvuldige behandeling

Rechtbank Amsterdam 19 april 2017, LS&R 1459; ECLI:NL:RBAMS:2017:3782 (Implantlenzen) Gezondheidsrecht. Onzorgvuldig handelen oogarts. Eiseres heeft bij Stichting Oogzorg Amstelveen een behandelovereenkomst gesloten tot het plaatsen van implantlenzen. Stichting dreef de kliniek Eye-Q-Vision B.V. Eiseres heeft gedaagden aansprakelijk gesteld voor de vervolgens opgelopen schade aan haar ogen. De lenzen zijn uiteindelijk weer verwijderd. Nu er geen overeenkomst is gesloten met de gedaagden maar met de stichting kan geen sprake zijn van een toerekenbare tekortkoming. Er is wel sprake van onrechtmatig handelen van gedaagde jegens eiseres. Op grond van de onzorgvuldige geneeskundige behandeling is gedaagde aansprakelijk voor de schade.

4.6. Naar het oordeel van de rechtbank heeft [gedaagde sub 2] met de hiervoor genoemde betwistingen geen zwaarwegende bezwaren naar voren gebracht die ertoe moeten leiden dat het rapport van Braakman terzijde moet worden geschoven. De bezwaren van [gedaagde sub 2] komen er in de kern op neer dat hij het niet eens is met de inhoud van het rapport. Ter onderbouwing van dit standpunt heeft [gedaagde sub 2] slechts een eigen rapport in het geding gebracht maar hij heeft nagelaten zijn stellingen nader te onderbouwen door bijvoorbeeld overlegging van een rapport van een andere deskundige. De enkele niet nader onderbouwde stelling van [gedaagde sub 2] dat hij [eiseres] op 24 april 2008 heeft medegedeeld binnen één jaar terug te komen voor controle en dat daarmee het initiatief bij haar lag, leidt niet tot een ander oordeel. Braakman heeft immers geconcludeerd dat na 24 april 2008 halfjaarlijks gecontroleerd had moeten worden nu de geplaatste lenzen ondeugdelijk waren. Daarvan is in ieder geval geen sprake geweest. Gelet hierop kan het [eiseres] , die niet wist dat zij halfjaarlijks op controle had moeten komen laat staan wat de concrete noodzaak daarvan was, niet tegengeworpen worden dat zij niet op de jaarcontrole is verschenen. Ook de stelling van [gedaagde sub 2] dat hij zijn patiënten heeft aangeschreven is onvoldoende nu niet is gezegd wanneer de patiënten precies zouden zijn aangeschreven en [eiseres] heeft betwist een verzoek tot controle van [gedaagde sub 2] te hebben ontvangen. Naar het oordeel van de rechtbank is de rapportage van Braakman aldus deugdelijk gemotiveerd, waarbij Braakman inzichtelijk heeft gemaakt hoe hij tot zijn oordeel is gekomen. Het verweer van [gedaagde sub 2] faalt, zodat de rechtbank, bij de beoordeling van de vraag of [gedaagde sub 2] de zorg heeft betracht die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot onder de gegeven omstandigheden mocht worden verwacht, het rapport van Braakman tot uitgangspunt zal nemen.
    4.7. Het voorgaande betekent dat de rechtbank de conclusie van Braakman overneemt en tot de hare maakt. Dit heeft tot gevolg dat vaststaat dat [gedaagde sub 2] onzorgvuldig heeft gehandeld jegens [eiseres] doordat hij in de nacontrole niet heeft gehandeld zoals van een redelijk bekwaam en redelijk handelend oogarts in vergelijkbare omstandigheden had mogen worden verwacht. [gedaagde sub 2] heeft aldus onrechtmatig gehandeld jegens [eiseres] en de gevorderde verklaring voor recht zal worden toegewezen in die zin dat voor recht zal worden verklaard dat [gedaagde sub 2] op grond van de onzorgvuldige geneeskundige behandeling aansprakelijk is voor de schade die [eiseres] dientengevolge lijdt en heeft geleden.