DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op maandag 11 april 2016
LS&R 1295
||
22 mrt 2016
22 mrt 2016, LS&R 1295; ECLI:NL:GHDHA:2016:765 (Mylan tegen MSD), https://www.lsenr.nl/artikelen/orale-doseringsbereik-is-geen-sub-range-van-eerder-geopenbaarde-bredere-range

Orale doseringsbereik is geen sub-range van eerder geopenbaarde bredere range

Hof Den Haag 22 maart 2016, IEF 15847; LS&R 1295; ECLI:NL:GHDHA:2016:765 (Mylan tegen MSD)
MSD is houdster van EP 0 724 444 voor een werkwijze voor de behandeling van klassieke mannelijke kaalheid met 5-alfareductaseremmers. Mylan heeft handelsvergunningen verkregen voor finasteride 1 mg. Het gegeven dat EP 444 over enkele maanden expireert, is geen grond om de voortzetting van de inbreuk de komende maanden toe te laten, aldus de Rechtbank IEF 13782. De enige openbaarmaking van orale toediening van de werkzame stof was in WO 225 aan een groep kortstaartmakaken; de geclaimde doseringsbereik is geen sub-range van een reeds eerder geopenbaarde bredere range. Het hof bekrachtigt het bestreden vonnis.

 

4.6. De enige openbaarmaking van orale toediening van alleen finasteride in WO 225 betreft de toediening aan een groep kortstaartmakaken ter controle van de resultaten die behaald werden met de combinatietherapie die een andere groep kortstaartmakaken onderging. (...)

4.8. Aangezien het in conclusie 1 van EP 444 geclaimde doseringsbereik geen sub-range is van een reeds eerder (in WO 225) geopenbaarde bredere range voor de toediening van alleen finasteride en derhalve van een selectie geen sprake is, behoeft niet te worden beoordeeld of is voldaan aan de eisen die moeten worden gesteld aan de nieuwheid van een selectie-uitvinding. Om die reden treft grief 3 evenmin doel.

4.35. De slotsom is dat naar het oordeel van het hof de effectieve werking van oraal toegediend finasteride in de behandeling van androgene alopecia op de prioriteitsdatum voor de gemiddelde vakman niet voor de hand lag. EP 444 is daarom inventief te achten. Aan het bewijsaanbod dat Mylan heeft gedaan (par. 186 memorie van grieven en uitgebreid bij pleidooi) gaat het hof voorbij op de grond dat deze strekt tot een nader (partij)deskundigenbericht – dat door het hof niet nodig wordt geacht – en niet tot het leveren van getuigenbewijs.