18 apr 2025
Uitspraak ingezonden door Paul Trapman, Ploum.
Rechter heft beslag op Swisslac-producten op: Pharmalys handelde in strijd met artikel 21 Rv

Vzr. Rb. Noord-Nederland 18 april 2025, IEF 22687; LS&R 2292 (Ausnutria tegen Pharmalys). Pharmalys houdt zich bezig met de productie en distributie van babymelkpoeder, onder meer onder de merknaam Swisslac. Voor die productie werkt Pharmalys samen met verschillende producenten, waaronder Ausnutria. In de landen waar Pharmalys actief is, werkt zij vaak met exclusieve distributeurs. Zo werkt zij sinds 2013 samen met het Egyptische bedrijf Eagles. De Swisslac-producten worden geproduceerd door onder meer Lypack (rechtsvoorganger van Ausnutria) en later Ausnutria, met medeweten en instemming van Pharmalys. Eagles verkoopt deze producten in Egypte onder een exclusieve distributieovereenkomst en draagt royalty’s af aan Pharmalys voor het merkgebruik. In de jaren daarna worden diverse overeenkomsten gesloten tussen Pharmalys, Eagles en Ausnutria. In 2021 stelt Eagles Ausnutria aan als exclusieve leverancier voor de productie van Swisslac-producten. In 2023 bevestigt Pharmalys schriftelijk dat Eagles mag samenwerken met een voorkeursproducent, waarop Eagles met Ausnutria blijft samenwerken. Een jaar later sluiten zij een nieuwe distributieovereenkomst waarin Pharmalys wil dat twee andere producenten, onderdeel van hetzelfde concern, de Swisslac-producten zal produceren. Wegens financiële instabiliteit wil Eagles blijven produceren via Ausnutria. Over deze afwijking is gecorrespondeerd en heeft Pharmalys een concept Royalty Agreement opgesteld. Op 13 februari 2025 legt Pharmalys echter conservatoir beslag op babymelkpoeder van Ausnutria met het Swisslac-merk wegens merkinbreuk. Ausnutria is daarom dit kort geding gestart om het beslag op te heffen. Volgens Ausnutria heeft Pharmalys in strijd met artikel 21 Rv gehandeld door in het beslagrekest cruciale feiten te verzwijgen over de concept Royalty Agreement.
De rechter oordeelt dat Pharmalys in het beslagrekest ten onrechte suggereert dat Ausnutria slechts bij uitzondering bevoegd was om Swisslac-producten te produceren. Uit de stukken blijkt dat Ausnutria’s rechtsvoorganger al sinds 2013 met toestemming van Pharmalys produceert voor Eagles. Ook ontbreekt in het beslagrekest informatie over de voortdurende samenwerking tussen Eagles en Ausnutria, inclusief de relevante correspondentie en de concept Royalty Agreement uit 2024 tussen Pharmalys en Eagles. Hoewel Pharmalys betwist dat die conceptovereenkomst rechtsgeldig is gesloten, omdat zij deze niet ondertekend heeft, acht de voorzieningenrechter die betwisting onvoldoende reden om de informatie daarover buiten het beslagrekest te houden. De partijen verschillen van mening over de vraag of de in 2024 geproduceerde Swisslac-producten in 2025 nog mochten worden opgeslagen en geëxporteerd naar Egypte, wat afhangt van de vraag of er een geldige overeenkomst is gesloten. Die informatie is relevant voor de beoordeling van de rechtmatigheid van het beslag en had daarom aan de beslagrechter moeten worden voorgelegd. Voor deze beoordeling is relevant of Pharmalys bij Ausnutria de gerechtvaardigde verwachting had gewekt dat opslag en verzending in 2025 nog toegestaan waren. De informatie over de Royalty Agreement en bijbehorende communicatie is daarbij essentieel.
De voorzieningenrechter acht het aannemelijk dat Pharmalys formeel verantwoordelijk is voor de productie, maar dat de feitelijke samenwerking tussen Eagles en producenten plaatsvindt, met medeweten van Pharmalys. De voorzieningenrechter stelt vast dat er sprake is van een driepartijenverhouding waarin Eagles het aanspreekpunt is voor Ausnutria en dat Ausnutria mag vertrouwen op informatie van Eagles over het merkgebruik. Het verweer van Pharmalys dat Ausnutria door Eagles wordt voorgelogen over de bevoegdheid van de productie, wordt verworpen. De voorzieningenrechter concludeert dat Pharmalys in strijd met artikel 21 Rv heeft gehandeld door essentiële informatie weg te laten in het beslagrekest en heft het beslag op. Een belangenafweging verandert dat niet. De voorzieningenrechter wijst Ausnutria’s vordering tot een verbod op toekomstig beslag af, omdat de vordering te algemeen geformuleerd is. Wel moet Pharmalys bij een eventueel nieuw beslag melding maken van dit vonnis.
4.15. De voorzieningenrechter acht daarom aannemelijk dat formeel Pharmalys verantwoordelijk was voor de productie maar dat dit feitelijk onderling werd geregeld tussen Eagles en de bedrijven die in de Sole Agency Agreements werden genoemd. In dit licht moet naar het oordeel van de voorzieningenrechter ook de concept Royalty Agreement worden gelezen die Pharmalys Eagles in april 2024 heeft toegestuurd en de daaraan voorafgaande correspondentie. In het concept wordt niet gesproken over wie de producten zou produceren maar in het concept staat vermeld dat deze Royalty Agreement tijdelijk de vorige Sole Agency Agreement verving, het concept is opgesteld naar aanleiding van de mededeling van Eagles dat zij Ausnutria deze producten wilden blijven laten produceren en indebegeleidendee-mailbij hetconceptheeftPharmalysaangegevendatzij Ausnutrianiet in de overeenkomst had genoemd om meer flexibiliteit te geven. Hieruit volgt dat, indien geoordeeld moet worden dat deze overeenkomst tot stand is gekomen, Eagles op grond hiervan tot nader order bevoegd was de Swisslac-producten voor Egypte door Ausnutria te laten blijven produceren en Ausnutria bevoegd was deze te produceren.