Gepubliceerd op woensdag 6 maart 2013
LS&R 470
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

CGR wijzigt haar bevoegdheid en status niet-bindend jegens ongebonden partijen

Nieuwsbrief Bevoegdheid CGR, nummer 1, maart 2012.

De CGR Codecommissie heeft in zaak K12.007 een klacht niet-ontvankelijk verklaard vanwege het feit dat de beklaagde niet is gebonden aan de Gedragscode via zijn belangenvereniging of zich vrijwillig aan de beslissingsbevoegdheid van de CGR heeft geconformeerd, terwijl het Reglement bepaalt dat besluiten bindend zijn. Het CGR bestuur besluit tot aanpassing van het Reglement.

Om te voorkomen dat de CGR Codecommissie geen uitspraken kan doen inzake klachten tegen partijen die geen lid zijn van een bij de CGR aangesloten belangenvereniging of zich vrijwillig aan de beslissingsbevoegdheid van de CGR conformeren, heeft het bestuur besloten het Reglement per direct te wijzigen, door expliciet te bepalen dat uitspraken jegens ongebonden partijen, niet-bindend zijn. Het betreft de volgende wijzigingen:

Artikel 57:
Beslissingen van de Commissie van Beroep gelden voor partijen die lid zijn van een organisatie die bij de Stichting is aangesloten of die zich vrijwillig aan de beslissingsbevoegdheid van de Commissie van Beroep conformeren, als een in hoogste ressort gegeven bindend advies. Door de Codecommissie moet daaraan, zo nodig inrechte, gevolg worden gegeven.

Artikel 58 lid 1:
Aantasting van een door de Commissie van Beroep gegeven beslissing bindend advies kan uitsluitend geschieden door het aanhangig maken bij de gewone rechter van een vordering, strekkende tot onverbindend verklaring van de beslissing en tot verwijzing van de zaak waarop deze beslissing betrekking heeft naar de Commissie van Beroep, teneinde het bestaande beroep, met inachtneming van de uitspraak van de gewone rechter, opnieuw te behandelen en daarop te beslissen.

Wraking In dezelfde zaak merkt de Codecommissie op dat het Reglement niet voorziet in de mogelijkheid te beslissen op een wrakingsverzoek tegen alle leden van de Codecommissie aan wie de zaak is toegewezen. Het Reglement voorziet slechts in een procedure wanneer één van de leden van de Codecommissie wordt gewraakt. Om te voorzien in deze omstandigheid, heeft het bestuur besloten artikel 14 lid 5 van het Reglement per direct als volgt te wijzigen:

Het verzoek tot wraking wordt behandeld door de Codecommissie aan wie de zaak is toegewezen, waarbij het betrokken lid niet mee beslist. Indien alle leden van de Codecommissie aan wie de zaak is toegewezen zijn gewraakt, wordt het verzoek tot wraking door een nieuw te vormen Codecommissie behandeld. De beslissing is gemotiveerd en wordt onverwijld aan de verzoeker, de andere partij en het betrokken lid, medegedeeld.