14 okt 2025
Geen overmacht bij vanggewas en spuitzone; GLB-korting verlaagd naar 23%
CBB 14 oktober 2025, LS&R 2330; ECLI:NL:CBB:2025:557 (de vennootschap tegen de minister LVVN). De vennootschap exploiteert een akkerbouwbedrijf en ontving in 2021 uit het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB) subsidies. De minister had een randvoorwaardenkorting van 33% opgelegd wegens twee overtredingen: (1) Geen vanggewas gezaaid na maisteelt op zandgrond (30% korting); (2) Onjuist gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in een spuitvrije zone (3% korting). De vennootschap voerde aan dat sprake was van overmacht (o.a. extreem nat weer, onderzaai die slecht was aangeslagen, windvlaag bij bespuiting).
Het College oordeelde dat de meldingsplicht voor overmacht niet tijdig is nagekomen en er ook geen sprake was van abnormale, onvoorzienbare omstandigheden zoals vereist voor een geslaagd beroep op overmacht.Wel oordeelt het College dat de ernst van de overtreding met betrekking tot het vanggewas geen verhoging naar 30% rechtvaardigt. De opzettelijke niet-naleving rechtvaardigt een korting van 20%; de korting van 3% voor nalatigheid bij het spuiten blijft gehandhaafd. In totaal wordt de korting dus vastgesteld op 23%.Het beroep is gegrond. Het bestreden besluit wordt vernietigd en het kortingsbesluit herroepen. Het College voorziet zelf in de zaak en bepaalt dat de korting 23% bedraagt over alle GLB-subsidies voor 2021. Verzoeken om schadevergoeding worden afgewezen, maar de minister moet wel het griffierecht en proceskosten vergoeden.
9.1 Het beroep tegen het bestreden besluit is gegrond. Het College zal dat besluit vernietigen. Het College ziet, anders dan de vennootschap heeft betoogd, geen beletsel om zelf in de zaak te voorzien. Het College zal het kortingsbesluit herroepen en de randvoorwaardenkorting voor de vennootschap op alle subsidies van het GLB die zij in het jaar 2021 heeft aangevraagd vaststellen op 23% en bepalen dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde bestreden besluit.