Gepubliceerd op woensdag 15 augustus 2012
LS&R 156
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Uitbesteden analysewerk laboratorium

Hof Den Bosch 14 februari 2012, LJN BV5551 (X Holding tegen Eurofins Analytico)

Biotechnology ResearchOvereenkomst tot het uitvoeren van monsteranalyses tussen opdrachtgever (principaal appellante) en opdrachtgever (principaal geïntimeerde).

Opdrachtgever laat betreffende analyses uitvoeren op grond van een overeenkomst met een derde. Opdrachtnemer besteedt het analysewerk vervolgens uit aan een laboratorium. De derde beëindigt uit ontevredenheid de overeenkomst met principaal appellante. Het hof oordeelt dat voor wat betreft het gestelde te laat aanleveren van analyseresultaten een ingebrekestelling was vereist. Bij gebreke daarvan is geïntimeerde in principaal appel niet in verzuim komen te verkeren. Het hof is van oordeel dat appellante in principaal appel voldoende heeft aangetoond dat de kwaliteit van (een deel van) de verrichte analyses onvoldoende was. Is er sprake van causaal verband tussen enerzijds de tekortkoming in de nakoming en anderzijds de opzegging van de overeenkomst door de derde alsnog door het hof te laten horen? Appellante in principaal appel wordt in de gelegenheid gesteld getuigen die in eerste aanleg niet zijn gehoord met betrekking tot de vraag of er sprake was van causaal verband in hoger beroep alsnog te laten horen.

Causaal verband
4.5. [appellante] voert in de tweede grief in principaal appel aan dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat het causaal verband tussen de onvoldoende kwaliteit van de analyses en de opzegging van de overeenkomst door Essent niet is komen vast te staan. [appellante] heeft in de memorie van grieven opnieuw bewijs aangeboden van haar stelling dat er wel sprake is van causaal verband door het horen van de heer [G.], voorheen werkzaam bij Essent. Daarnaast heeft zij aangeboden mevrouw [H.], voorheen werkzaam bij Essent, te laten horen. Deze getuigen zijn in eerste aanleg niet gehoord. Het hof ziet aanleiding [appellante] in hoger beroep alsnog in de gelegenheid te stellen deze getuigen te laten horen. Het hof draagt [appellante] dan ook bewijs op van haar stelling dat sprake is van causaal verband tussen enerzijds de gestelde tekortkoming in de nakoming, te weten onvoldoende kwaliteit van de analyses en anderzijds de opzegging van de overeenkomst door Essent. Het hof merkt hierbij op dat [appellante] ten aanzien van de in eerste aanleg reeds gehoorde getuigen desgewenst kan volstaan met een verwijzing naar de reeds door hen afgelegde verklaringen.