Gepubliceerd op dinsdag 29 september 2015
LS&R 1188
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Meewerken aan geneeskundige behandelingsovereenkomst door zorginstelling verplicht

Vzr. Rechtbank Zeeland-West-Brabant 15 april 2015, LS&R 1188; ELCI:NL:RBZWB:2015:2681 (eisers tegen Stichting WVO Zorg)
Geneeskundige behandelingsovereenkomst. Eiseres is getroffen door een hersenbloeding waarvan zij ernstige medische beperkingen ondervindt waarna opname in een verpleeghuis heeft plaatsgevonden. Eiseres heeft een euthanasieverzoek gedaan. Dit verzoek mag niet worden uitgevoerd in de verpleeginstelling. Om die reden wil de verpleeginstelling de zorgovereenkomst beëindigen. Rechtbank bepaalt dat gedaagde moet meewerken aan de beëindiging van de geneeskundige behandelingsovereenkomst dan wel zorgleveringsovereenkomst die is gesloten tussen eiseres en gedaagde.

4.1. Ter beoordeling staat eerst de vraag of [eiseres sub 1] wilsbekwaam is de zorgovereenkomst op te zeggen en aldus zelf zal kunnen beslissen te vertrekken bij WVO. Bij deze beoordeling moet worden betrokken dat de opzegging van de zorgovereenkomst niet op zichzelf staat; de opzegging door [eiseres sub 1] is erop gericht om kort na haar vertrek bij WVO door de SLK te worden geholpen bij haar levenseinde.

4.6. Op grond van al het vorenstaande is de voorzieningenrechter van oordeel dat van de wilsbekwaamheid van [eiseres sub 1] ten aanzien van haar euthanasiewens voldoende is gebleken. Hieruit volgt ook dat er vanuit mag worden gegaan dat zij de gevolgen van de opzegging van de zorgovereenkomst voldoende overziet en derhalve wilsbekwaam moet worden geacht deze op te zeggen. De vordering zal dan ook worden toegewezen.

De voorzieningenrechter:
5.1. veroordeelt WVO op een door [eisers] te bepalen datum die is gelegen in april 2015 mee te werken aan de beëindiging van de geneeskundige behandelingsovereenkomst dan wel zorgleveringsovereenkomst die is gesloten tussen [eiseres sub 1] en WVO (...)