Gezondheidszorg  

LS&R 2294

Voorkeursbeleid CDK4/6-remmers onrechtmatig, zorgverzekeraars mogen ziekenhuizen niet sturen op gebruik palbociclib

Rechtbank Gelderland 25 feb 2025, LS&R 2294; ECLI:NL:RBGEL:2025:1468 (Novartis tegen Nederlandse zorgverzekeraars), https://www.lsenr.nl/artikelen/voorkeursbeleid-cdk4-6-remmers-onrechtmatig-zorgverzekeraars-mogen-ziekenhuizen-niet-sturen-op-gebruik-palbociclib

Rb. Gelderland 25 februari 2025, LSR 2294; ECLI:NL:RBGEL:2025:1468 (Novartis tegen Nederlandse zorgverzekeraars). Novartis en andere farmaceuten hebben in Nederland CDK4/6-remmers op de markt gebracht voor de behandeling van hormoongevoelige, uitgezaaide borstkanker. Drie middelen (palbociclib, ribociclib en abemaciclib) zijn geregistreerd en worden door ziekenhuizen ingekocht. Gedaagden zijn Nederlandse zorgverzekeraars. Deze zorgverzekeraars, verenigd in het Clean Team van Zorgverzekeraars Nederland (ZN), hebben een gezamenlijke inkoopronde georganiseerd met als doel één voorkeursmiddel aan te wijzen op basis van de laagste prijs per verpakking. Palbociclib werd als voorkeursmiddel geselecteerd, waarbij financiële prikkels worden ingebouwd om ziekenhuizen te stimuleren dit middel voor te schrijven en het gebruik van de andere middelen te ontmoedigen. Novartis c.s. vorderen een verbod op het voortzetten van het voorkeursbeleid voor CDK4/6-remmers, met name het sturen op het voorschrijven van palbociclib en het ontmoedigen van ribociclib en abemaciclib. Zij stellen dat de middelen niet therapeutisch gelijkwaardig zijn en dat de prijsvergelijking niet objectief en discriminerend is. Daarnaast wordt gevorderd dat zorgverzekeraars alle zorginstellingen informeren over het verbod op het voorkeursbeleid.

LS&R 2231

Goedkeuring van de CTA is geen formaliteit

Rechtbanken 19 dec 2023, LS&R 2231; ECLI:NL:RBGEL:2023:6908 (Stichting Researchfonds Cardiologie tegen Stichting Nijmeegs Interconfessioneel Ziekenhuis Canisius-Wilhelmina), https://www.lsenr.nl/artikelen/goedkeuring-van-de-cta-is-geen-formaliteit

Vzr. Rb. Gelderland 19 december 2023, LS&R 2231, ECLI:NL:RBGEL:2023:6908 (Stichting Researchfonds Cardiologie tegen Stichting Nijmeegs Interconfessioneel Ziekenhuis Canisius-Wilhelmina) Binnen de Stichting Nijmeegs Interconfessioneel Ziekenhuis Canisius-Wilhelmina (hierna: CWZ) werken vrijgevestigde cardiologen, georganiseerd in de Medisch specialisten vrij beroepsbeoefenaren Cardiologie. Een farmaceutisch bedrijf heeft een Clinical Trial voor het medicijn Milvexian opgezet, waarvoor de Stichting Researchfonds Cardiologie (hierna: Researchfonds) zich heeft ingeschreven. Ondanks acceptatie van de inschrijving, heeft de Raad van Bestuur de bijbehorende CTA niet ondertekend vanwege hangend beleid. Dit heeft geleid tot uitstel van het onderzoek, terwijl andere deelnemers wel zijn gestart met patiënteninclusie.

LS&R 2208

Niet-toelaten assistentiehond niet in strijd met WGBH/CZ

Rechtbank Midden-Nederland 1 mrt 2023, LS&R 2208; ECLI:NL:RBMNE:2023:4197 (Eiser tegen gedaagde), https://www.lsenr.nl/artikelen/niet-toelaten-assistentiehond-niet-in-strijd-met-wgbh-cz

Rechtbank Midden-Nederland 1 maart 2023, LS&R 2208; ECLI:NL:RBMNE:2023:4197 (Eiser tegen gedaagde) Eiser wilde bij een gezondheidscentrum met zijn assistentiehond naar binnen, maar de hond werd toegang geweigerd wegens hygiënische redenen. Hierop heeft eiser aangifte gedaan van discriminatie. Het College voor de Rechten van de Mens (hierna: het College) heeft uitspraak gedaan over de vraag of dit in strijd is met de wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (hierna: WGBH/CZ). Het College oordeelde dat door het gezondheidscentrum geen verboden onderscheid werd gemaakt, omdat de hond niet kan worden aangemerkt als assistentiehond. De hond is namelijk niet als zodanig opgeleid bij een officieel instituut. Daarnaast had eiser geen afspraak gemaakt, waardoor medewerkers van het zorgcentrum niet in de gelegenheid waren om op dat moment op de hond te passen. Eiser is het niet eens met het College en voert aan dat hij lijdt aan een handicap waardoor hij aangewezen is op zijn assistentiehond. Hij vordert €5.000 immateriële schadevergoeding van het gezondheidscentrum wegens discriminatie van zijn handicaps.

 

LS&R 2201

Maskers Dieha Capital voldoen niet aan norm

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 26 jul 2023, LS&R 2201; ECLI:NL:RBZWB:2023:5722 (Solmed Supplies/Dieha Capital), https://www.lsenr.nl/artikelen/maskers-dieha-capital-voldoen-niet-aan-norm

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 26 juli 2023, LS&R 2201; ECLI:NL:RBZWB:2023:5722 (Solmed Supplies/Dieha Capital) In deze zaak oordeelt de rechtbank over mondmaskers die door Dieha Capital aan Solmed Supplies zijn geleverd. Deze zouden niet voldoen aan de EN 14683-norm. Solmed Supplies stelt dat hierdoor een wezenlijke tekortkoming in de nakoming bestaat, die ontbinding rechtvaardigt, wat Dieha Capital ontkent. Als Solmed Supplies ontbinding vordert, doet de rechtbank eerst een deskundigenbericht plaatsvinden. Uit dit bericht blijkt dat de mondmaskers niet voldoen aan de normen. Solmed Supplies vordert nog steeds ontbinding van de overeenkomsten tussen partijen en een schadevergoeding.

 

LS&R 2188

Baanbrekend partnerschap op gebied van digitale gezondheid

De Europese Commissie en de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) hebben gister aangekondigd dat ze een baanbrekend partnerschap op het gebied van digitale gezondheid aangaan. Vanaf juni 2023 zal de WHO het systeem van digitale COVID-19-certificering van de Europese Unie overnemen om een wereldwijd systeem op te zetten. 

LS&R 2163

TACE-behandeling valt niet aan te merken als verzekerde zorg

Rechtbank Gelderland 15 mrt 2023, LS&R 2163; ECLI:NL:RBGEL:2023:1597 (eisende partij tegen VGZ), https://www.lsenr.nl/artikelen/tace-behandeling-valt-niet-aan-te-merken-als-verzekerde-zorg

Rechtbank Gelderland 15 maart 2023, LS&R 2163; ECLI:NL:RBGEL:2023:1597 (eisende partij tegen VGZ) Aan de orde is de vraag of VGZ gehouden is om de kosten te vergoeden die de eisende partij heeft gemaakt voor de TACE-behandelingen in Duitsland. De zaak gaat over de vraag of VGZ de TACE-behandeling moet vergoeden voor de neuro-endocriene levermetastasen van de eisende partij. VGZ stelt dat toestemming vereist is voor vergoeding en heeft de eisende partij de mogelijkheid geboden om een machtigingsformulier in te dienen. De rechtbank oordeelt dat de verwijsbrief van de huisarts voldoet aan de polisvoorwaarden, maar de vraag is of de TACE-behandeling een te verzekeren prestatie is volgens de Zvw. Het Zorginstituut heeft bepaalde voorwaarden gesteld voor TACE-behandelingen bij neuro-endocriene levermetastasen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eisende partij onvoldoende heeft onderbouwd dat ze voldoet aan de voorwaarden voor vergoeding van de TACE-behandeling en wijst de vordering af. Er wordt niet toegekomen aan een bewijsopdracht of het door de eisende partij verzochte deskundigenonderzoek.

LS&R 1843

Schorsing publicatiebesluit wegens onvoldoende motivering

Rechtbank Rotterdam 8 jul 2020, LS&R 1843; ECLI:NL:RBROT:2020:6011 (Publicatiebesluit melatonine), https://www.lsenr.nl/artikelen/schorsing-publicatiebesluit-wegens-onvoldoende-motivering

Rechtbank Rotterdam 8 juli 2020, LS&R 1843; ECLI:NL:RBROT:2020:6011 (Publicatiebesluit melatonine) Bestuursrecht. Bij brief van 31 oktober 2019 heeft verweerder verzoekster op de hoogte gebracht van het feit dat de IGJ in samenwerking met de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (de NVWA) het toezicht op producten die het hormoon melatonine bevatten gaat intensiveren. Producten met een dagdosering van 0,3 mg melatonine worden beschouwd als levensmiddel en vallen derhalve onder de Warenwet. Producten met een doseeradvies van meer dan 0,3 mg per dag vallen onder de Geneesmiddelenwet. Dit brengt mee dat deze producten als geneesmiddel dienen te worden geregistreerd en dat een vergunning nodig is voor het in de handel brengen van die producten. Bij verzoekster is bij een inspectie gebleken dat zij zulke geneesmiddelen in voorraad heeft gehad, te koop heeft aangeboden, heeft verkocht en afgeleverd. Hiervan is een conceptrapport opgesteld, waar verzoekster op heeft gereageerd. Op 15 mei 2020 heeft verweerder bij publicatiebesluit in de zin van artikel 44 Gezondheidswet dit conceptrapport definitief vastgesteld en openbaar gemaakt. Tegen dit publicatiebesluit heeft verzoekster bezwaar gemaakt. Gelet op recentere wetenschappelijke artikelen en andere publicaties, is het de vraag of het door verweerder aangehouden uitgangspunt stand kan houden. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft verweerder onvoldoende inzichtelijk gemaakt dat vanaf een dagdosis melatonine van 0,3 mg of meer wetenschappelijk – naar de huidige stand van de wetenschap – een ‘noemenswaardig en gunstig effect op verschillende fysiologische functies van het lichaam’ optreedt en dat producten met een dagdosering van melatonine van 0,3 mg of meer een werking als geneesmiddel hebben. De voorzieningenrechter oordeelt dan ook dat hier in bezwaar nog een nader onderzoek dan wel een aanvullende motivering of toelichting op gegeven dient te worden en verweerder zal dienen in te gaan op de door verzoekster overgelegde (recentere) artikelen uit de wetenschap. Concluderend is het bestreden besluit onvoldoende zorgvuldig voorbereid en gemotiveerd. Derhalve wordt het bestreden besluit geschorst tot zes weken na bekendmaking van de beslissing op bezwaar.

LS&R 1733

Geen wettelijke grond voor verstrekken medische persoonsgegevens aan minister van VWS

Rechtbank Midden-Nederland 23 jul 2019, LS&R 1733; ECLI:NL:RBMNE:2019:3442 (X tegen Autoriteit Persoonsgegevens en NZA, CPB en Staat der Nederlanden), https://www.lsenr.nl/artikelen/geen-wettelijke-grond-voor-verstrekken-medische-persoonsgegevens-aan-minister-van-vws

Rechtbank Midden-Nederland 23 juli 2019, IT 2856, LS&R 1733; ECLI:NL:RBMNE:2019:3442 ( X tegen Autoriteit Persoonsgegevens en NZA, CPB en Staat der Nederlanden) Einduitspraak na bestuurlijke lus. Eiseres heeft verzocht om op te treden tegen de verzameling, verwerking, en verstrekking aan derden van persoonsgegevens in het Diagnose-behandelcombinatie-informatiesysteem (DIS). NZa is als beheerder van DIS derde partij. Verweerster moest nader onderzoeken of de gegevens die de NZa verzamelt en zelf verwerkt noodzakelijk zijn voor de uitvoering van zijn wettelijke taken. Ook moest worden onderzocht of het verstrekken van gegevens aan de ACM, het CBS en ZiNL noodzakelijk is voor de uitoefening van hun wettelijke taak of taken. Tot slot moest verweerster onderzoeken en motiveren waarom zij niet handhavend heeft opgetreden in de richting van de NZa vanwege de onrechtmatige verstrekking van bijzondere persoonsgegevens aan de minister van VWS en het CPB.

LS&R 1732

Prejudiciële vragen over schade door inbrengen PIP-implantaat

Hof 's-Hertogenbosch 27 aug 2019, LS&R 1732; ECLI:NL:GHSHE:2019:3188 (PIP-implantaat), https://www.lsenr.nl/artikelen/prejudici-le-vragen-over-schade-door-inbrengen-pip-implantaat

Hof 's-Hertogenbosch 27 augustus 2019, LS&R 1732; ECLI:NL:GHSHE:2019:3188 (PIP-implantaat) Prejudiciële vragen aan de Hoge Raad in een PIP-zaak. Silliconenimplantaten zorgen voor pijnklachten bij een patiënte. De aansprakelijkheid van de zorgverlener voor het gebruik van een ongeschikte hulpzaak werd eerder door de rechtbank afgewezen.