LS&R 2238
25 april 2024
Uitspraak

Boete wegens reclame over 'geneesmiddel' zonder handelsvergunning

 
LS&R 2237
18 april 2024
Uitspraak

Deskundige bepaalt welke medische gegevens verstrekt moeten worden

 
LS&R 2236
28 februari 2024
Uitspraak

Het Nederlandse registratiedossier voor Glucamagnesium behoort toe aan appellante

 
LS&R 1481

MS-octrooi nietig vanwege Conference Abstract

Rechtbank Den Haag 12 jul 2017, LS&R 1481; ECLI:NL:RBDHA:2017:7628 (Swiss pharma tegen Biogen), https://www.lsenr.nl/artikelen/ms-octrooi-nietig-vanwege-conference-abstract

Vzr. Rechtbank Den Haag 12 juli 2017, IEF 16959; LS&R 1481; ECLI:NL:RBDHA:2017:7628 (Swiss pharma tegen Biogen)
Octrooirecht. Biogen houdt zich bezig met geneesmiddelen en therapieën voor de behandeling van serieuze neurologische, zeldzame ziekten en auto-immuunziekten. Eind jaren '90 onderzocht zij natalizumag als behandelwijze voor MS; zij houdt het octrooi EP1485127. Uitleg conclusies in het licht van de beschrijving en de tekeningen. De gemiddelde vakman begrijpt ‘chronic pathological inflammation’ in conclusie 1 als een chronische pathologische ontsteking veroorzaakt door MS, in de zin van een steeds terugkerende/voortdurende ontsteking die typerend is voor een chronische aandoening als MS en leidt tot demyelinisatie en dus niet als een specifieke soort ontsteking binnen MS. Conclusies 1, 3 en 4 zijn niet nieuw door abstract van wetenschappelijk congres. Conclusie 2 niet inventief. Het wordt niet in het Conference Abstract geopenbaard, maar het ligt voor de vakman voor de hand om bij de chronische, ongeneeslijke ziekte MS de behandeling te verlengen van 6 tot 12 maanden.

 

LS&R 1480

Wijziging Reglement grijsmaken Rechtbank Den Haag per 1 augustus 2017

Met ingang van 1 augustus 2017 is het alleen in octrooi- en kwekersrechtzaken nog mogelijk een grijsmaking te doen bij de Rechtbank Den Haag. Met ingang van die datum is dat in zaken over andere intellectuele eigendomsrechten zoals (Unie- en Benelux-) merk- en modelrechten en auteursrechten niet langer mogelijk. Bestaande grijsmakingen voor die andere rechten zullen met ingang van 1 augustus 2017 ook niet meer bij de beoordeling van een verzochte maatregel worden betrokken.

LS&R 1478

Gunningsbeslissing in aanbestedingszaak Erasmus MC blijft overeind

Rechtbank Den Haag 25 apr 2017, LS&R 1478; ECLI:NL:RBDHA:2017:4255 (Brainlab tegen Erasmus MC), https://www.lsenr.nl/artikelen/gunningsbeslissing-in-aanbestedingszaak-erasmus-mc-blijft-overeind

Vzr. Rechtbank Den Haag 25 april 2017, IT 2317; LS&R 1478; ECLI:NL:RBDHA:2017:4255 (Brainlab tegen Erasmus MC). Aanbesteding. De vorderingen van Brainlab, om de gunningsbeslissing van Erasmus Universitair Medisch Centrum in de aanbesteding van de levering en installatie van multimediavoorzieningen in 22 operatiekamers en 4 interventiekamers in te trekken, zijn afgewezen.  Het aanbestedingsdocument bevat uitvoeringseisen, waardoor nog niet aan de gestelde eisen hoeft te zijn voldaan op het moment van inschrijving. 

LS&R 1479

Nietigheidsvordering toegewezen voor het Nederlandse deel van Biogen octrooi

Rechtbank Den Haag 12 jul 2017, LS&R 1479; ECLI:NL:RBDHA:2017:7628 (Swiss Pharma tegen Biogen), https://www.lsenr.nl/artikelen/nietigheidsvordering-toegewezen-voor-het-nederlandse-deel-van-biogen-octrooi

Rechtbank Den Haag 12 juli 2017, IEF 16948; LS&R 1479; ECLI:NL:RBDHA:2017:7628 (Swiss Pharma tegen Biogen) Octrooirecht. Biogen is houdster van Europees octrooi EP 1485127. Swiss Pharma vordert vernietiging van het Nederlandse deel van het octrooi. Conclusies 1, 3 en 4 worden nietig bevonden wegens gebrek aan nieuwheid nu deze onderzoeksresultaten op een congres geopenbaard zijn. Conclusie 2 sneuvelt wegens gebrek aan inventiviteit: voor de vakman lag het voor de hand om bij de chronische ziekte MS tot verlening van de duur van de behandeling over te gaan. Vernietiging Nederlandse deel van het octrooi. 

LS&R 1476

Gestelde vragen aan HvJ EU: Is mededeling van carve out aan autoriteit een verzoek tot beperking handelsvergunning?

Hof Den Haag 4 jul 2017, LS&R 1476; ECLI:NL:GHDHA:2017:1935 (CtBG tegen Warner-Lambert), https://www.lsenr.nl/artikelen/gestelde-vragen-aan-hvj-eu-is-mededeling-van-carve-out-aan-autoriteit-een-verzoek-tot-beperking-hand

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJEU 4 juli 2017, IEF 16935; LS&R 1476; IEFbe 2330; ECLI:NL:GHDHA:2017:1935; C-423/17 (CtBG tegen Warner-Lambert) Octrooirecht. Zie eerder IEF 15617Via minbuza: Warner-Lambert Company (hierna: WLC) behoort tot een wereldwijd opererend farmaceutisch concern met ondernemingen in verschillende landen (hierna, zowel de afzonderlijke ondernemingen als het concern aangeduid als: Pfizer). WLC is houdster van het Europees octrooi EP 0 934 061 B3 (hierna: octrooi) dat betrekking heeft op de stof pregabaline. Het octrooi is van kracht tot 17.07.2017; het betreft hier een octrooi dat de toepassing van pregabaline voor de bereiding van een farmaceutische samenstelling voor het behandelen van (neuropathische) pijn claimt. Het CBG is een zelfstandig bestuursorgaan dat op grond van de Geneesmiddelenwet tot taak heeft de werkzaamheid, risico’s en kwaliteit van geneesmiddelen te bewaken en te beoordelen. Het CBG is belast met het verstrekken van handelsvergunningen voor geneesmiddelen voor de Nederlandse markt. Bij het verlenen van een handelsvergunning maakt het CBG de vergunning en de samenvatting van de productkenmerken (hierna: SmPC) openbaar via de geneesmiddeleninformatiebank die te raadplegen is op de website van het CBG. Het niet-vermelden in een SmPC en/of bijsluiter van een generiek geneesmiddel van de delen van de SmPC van het referentiegeneesmiddel die verwijzen naar indicaties of doseringsvormen die nog onder het octrooirecht vielen op het tijdstip waarop het generiek geneesmiddel op de markt werd gebracht, wordt hierna aangeduid als 'carve out'. Een SmPC en/of een bijsluiter van een generiek geneesmiddel waarin de verwijzingen naar geoctrooieerde indicaties en/of doseringsvormen wel zijn vermeld wordt hierna aangeduid als 'full label'. Vanaf medio 2009 heeft het CBG een beleid gehanteerd op grond waarvan het, als een aanvrager of houder van de handelsvergunning voor een generiek geneesmiddel het CBG had meegedeeld een carve out te zullen toepassen, nog altijd de full label versie, dus zonder carve out, van de SmPC en bijsluiter op zijn website heeft gepubliceerd.

LS&R 1475

Overzicht Tuchtrecht juli 2017

, LS&R 1475; https://www.lsenr.nl/artikelen/overzicht-tuchtrecht-juli-2017

De redactie beperkt zich tot enkel de gewezen tuchtrecht uitspraken waarin een klacht wordt toegewezen en is voornemens dit onregelmatig te publiceren. De redactie staat open voor uw suggesties voor afwijkingen: redactie@lsenr.nl.


ECLI:NL:TGZRSGR:2017:107 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-196. Schending beroepsgeheim. Gedeeltelijk gegronde klacht tegen een verpleegkundig specialist. Volgens vaste rechtspraak, de KNMG-richtlijn ‘Omgaan met medische gegevens’, alsook volgens de norm die is neergelegd in de ‘ Nationale Beroepscode Verpleegkundigen en Verzorgenden’ en nader uitgewerkt in de ‘Handreiking Afleggen Verklaring’ van V&VN dient een behandelaar zich zeer terughoudend op te stellen bij het afgeven van verklaringen. De verpleegkundig specialist had in casu geen verklaring over klager mogen afgeven. Er is geen aanwijzing dat het nodig was om zonder toestemming informatie over klager te verschaffen. Overige klachtonderdelen ongegrond. Waarschuwing.


ECLI:NL:TGZRAMS:2017:78 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/345. Onjuiste behandeling/verkeerde diagnose. Verweerder heeft klaagster mede-geopereerd en gebruik gemaakt van een zaag. Een collega heeft de zaag op het linkerbovenbeen van klaagster gelegd. De zaag raakte oververhit door kortsluiting. Klaagster heeft een derdegraadsbrandwond op haar been opgelopen. Klaagster verwijt verweerder onder andere onprofessioneel te hebben gehandeld en de patiëntveiligheid niet voorop te stellen. Deels gegrond.


ECLI:NL:TGZRAMS:2017:77 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/346. Onjuiste behandeling/verkeerde diagnose. Verweerder heeft klaagster mede-geopereerd en gebruik gemaakt van een zaag. Verweerder heeft de zaag op het linkerbovenbeen van klaagster gelegd. De zaag raakte oververhit door kortsluiting. Klaagster heeft een derdegraadsbrandwond op haar been opgelopen. Klaagster verwijt verweerder onder andere onprofessioneel te hebben gehandeld en de patiëntveiligheid niet voorop te stellen. Deels gegrond.

ECLI:NL:TGZRZWO:2017:118 Regionaal Tuchtcollege Zwolle 304/2016. Schending beroepsgeheim. Klacht tegen fysiotherapeut gegrond. Verweerder heeft niet gehandeld binnen de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening doordat hij aan een medisch adviseur meer informatie heeft verstrekt dan hem op basis van de gegeven volmacht, toestemmingsformulier en gedragsregels was toegestaan, een deel van de informatie feitelijk onjuist was en hij klaagster niet in kennis heeft gesteld van de verstrekte informatie. Maatregel: waarschuwing.

ECLI:NL:TGZRZWO:2017:120 Regionaal Tuchtcollege Zwolle 275/2016. Klacht tandarts. Tandarts wordt verweten dat hij klager na het verlaten van de praktijk onvolledig en te laat inzage heeft gegeven in het tandheelkundig dossier. Verweerder zegt het volledige dossier te hebben opgestuurd aan de gemachtigde van klager (DAS). Nu het college op grond van de tegenstrijdige standpunten de feitelijke gang van zaken niet heeft kunnen vaststellen is onvoldoende komen vast te staan, ook als aan beide partijen evenveel geloof wordt gehecht, om daaruit af te leiden dat verweerder geweigerd zou hebben om stukken af te geven dan wel daar opdracht toe zou hebben gegeven en dus klachtwaardig zou hebben gehandeld. Verweerder had echter wel eerder moeten reageren. Door op een duidelijk verzoek van 29 november 2013 eerst na een herhaalde aanmaning van 12 mei 2014 te reageren heeft verweerder naar het oordeel van het college gehandeld in strijd met de zorgvuldigheid. De klacht op dit punt is dan ook toegewezen. Het was geen onderdeel van de klacht maar verweerder heeft erkend dat hij ook beter een kopie had kunnen maken van de afgegeven stukken dan wel op zijn minst aantekening had kunnen houden van hetgeen hij had afgegeven. Hij heeft zijn werkwijze thans aangepast. Waarschuwing.

ECLI:NL:TGZCTG:2017:203 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg c2016.308. Onjuiste verklaring of rapport. De klacht is gericht tegen een psychotherapeut. Klaagster verwijt de psychotherapeut kort gezegd dat hij in het kader van een (v)echtscheidingsmodule na vier sessies met klaagster en haar ex-man in een advies aan Bureau Jeugdzorg zwaarwegende uitspraken over klaagster heeft gedaan. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht grotendeels gegrond verklaard en een berisping opgelegd. Beroep psychotherapeut verworpen. De criteria die blijkens vaste rechtspraak worden gehanteerd bij de beoordeling van rapportages van een arts gelden – voor over relevant – ook voor de rapportage van de psychotherapeut. De rapportage voldoet niet aan deze criteria. Berisping blijft gehandhaafd.

ECLI:NL:TGZRSGR:2017:115 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-318. Grensoverschrijdend gedrag. Gegronde klacht tegen een arts. De arts is met het voeren van persoonlijke gesprekken met klaagster over relationele en familiaire aangelegenheden en het maken van in de behandelrelatie ongepaste complimenten jegens klaagster, reeds ernstig tekort geschoten in het houden van gepaste afstand. Daarbij is op basis van ongeloofwaardige en inconsistente verklaringen van de arts voor het college voldoende aannemelijk geworden dat de arts zich eveneens schuldig heeft gemaakt aan de door klaagster gestelde (ongewenste) lijfelijke intimiteiten. Schorsing voor de duur van een maand.

ECLI:NL:TGZRAMS:2017:81 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2017/095. Klachten arts. Klaagster verwijt verweerder, oogarts, dat hij niet adequaat heeft gehandeld toen zij bij hem kwam met een forse oogontsteking. Als gevolg van dit lakse optreden heeft klaagster meerdere hersenoperaties moeten ondergaan. Tevens verwijtklaagster verweerder te liegen over de gang van zaken. Verweerder voert verweer. Gegrond.

ECLI:NL:TGZRAMS:2017:82 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/497. Onjuiste behandeling/verkeerde diagnose. Klaagster verwijt de neuroloog een verkeerdediagnose en behandeling. Klaagster vindt datzij eerder doorgestuurd had moeten worden vooreen second opinion. Gegrond.

LS&R 1474

Werking Cys-control als medisch zelfzorg hulpmiddel niet aannemelijk gemaakt

Reclame Code Commissie 19 jun 2017, LS&R 1474; Dossiernr: 2017/00242 (Cys-control), https://www.lsenr.nl/artikelen/werking-cys-control-als-medisch-zelfzorg-hulpmiddel-niet-aannemelijk-gemaakt

RCC 19 juni 2017, RB 2917; LS&R 1474; dossiernr. 2017/00242 (Cys-control) Gedeeltelijke aanbeveling. Bijzondere Reclamecode. Uiting: Het betreft een paginagrote advertentie in het Ermelo’s weekblad: Cys-control® capsules bestrijden acute urineweginfecties zoals een blaasontsteking doeltreffend en kunnen tevens preventief in een lagere dosering worden gebruikt om herhaling te voorkomen. Deze behandelingswijze is zeker zo effectief en verdient momenteel de voorkeur bij de behandeling van een blaasontsteking”. Klacht: Op 15 juli 2015 diende klager al een klacht in over een advertentie voor ‘Cys-control’ (dossier 2015/00789). Volgens klager is de onderhavige uiting wederom in strijd met de NRC. Hij heeft de volgende bezwaren: Over Cys-control® capsules wordt gesteld: “Deze behandelingswijze is zeker zo effectief en verdient momenteel de voorkeur bij de behandeling van een blaasontsteking”. Blijkens de NHG-richtlijn urineweginfecties, te vinden op www.nhg.org, verdient het gebruik van cranberrytabletten slechts de voorkeur bij recidiverende blaasontsteking. Verder is de mededeling “Deze behandelingswijze is zeker zo effectief” uit de lucht gegrepen. Gelet op het bovenstaande is de uiting in strijd met artikel 9 CMH. Door de onderhavige wijze van reclame maken wordt ook impliciet de weg naar de huisarts afgeraden. Hierdoor is de uiting in strijd met artikel 13 CMH.

LS&R 1472

ICT-dienstverlener aansprakelijk: bruikbare back-up van huisartsenpraktijk voor installatie vereist

Rechtbank Limburg 21 jun 2017, LS&R 1472; ECLI:NL:RBLIM:2017:6454 (back up huisartsenpraktijk), https://www.lsenr.nl/artikelen/ict-dienstverlener-aansprakelijk-bruikbare-back-up-van-huisartsenpraktijk-voor-installatie-vereist

Rechtbank Limburg 21 juni 2017, IT 2313; LS&R 1472; ECLI:NL:RBLIM:2017:6454 (back up huisartsenpraktijk) IT-dienstverlening. Vervolg na tussenvonnis (IT2205). Na niet-volledige installatie van een update en terugzetten back-up, zijn alle gegevens van de huisartsenpraktijk verloren gegaan. ICT-dienstverlener mocht er zonder controle niet op vertrouwen dat back-up in eigen systeem van huisartsenpraktijk bruikbaar was. Een back-up zou gemaakt moeten worden en gecontroleerd, of de bestaande back-up had op bruikbaarheid gecontroleerd moeten worden, alvorens tot installatie van de bestaande update over te gaan. Schade aan de kant van eiseres wordt bevestigd, maar nog niet begroot. Eiseres dient concrete gegevens te verstrekken. Zaak komt op rol.

LS&R 1471

Ontknoping in discussie over octrooirecht plantenveredeling

Het Europees Octrooi Bureau (EOB) verleent geen octrooien meer op klassiek veredelde planten, zodat plantenveredelaars weer ongehinderd nieuwe, sterkere gewassen kunnen kweken. Dat heeft het EOB vandaag besloten na een jarenlange discussie over het octrooirecht. Het probleem was dat plantveredelaars geen beschermd materiaal mochten gebruiken voor het ontwikkelen en exploiteren van een nieuw ras, zonder toestemming van de octrooihouder. Door de octrooien hadden zij minder toegang tot genetische diversiteit, wat innovatie in de plantenveredelingssector belemmert. Dit was onwenselijk, omdat plantenveredelaars een belangrijke rol spelen in de wereldvoedselvoorziening. Zij ontwikkelen nieuwe rassen die kunnen groeien onder de meest uiteenlopende omstandigheden en bijvoorbeeld bestand zijn tegen droogte, verzilting en plantenziekten. Innovatie in de veredelingssector is goed voor de Nederlandse concurrentiekracht en cruciaal voor de voedselzekerheid in de wereld.

Lees hier meer.

Rijksoverheid 29 juni 2017.

LS&R 1467

Pi Pharma mag geneesmiddel onder de naam Co-Diovane invoeren

Buitenlandse gerechten 18 mrt 2015, LS&R 1467; (Novartis tegen Pi Pharma), https://www.lsenr.nl/artikelen/pi-pharma-mag-geneesmiddel-onder-de-naam-co-diovane-invoeren

Rechtbank van Koophandel Brussel 18 maart 2015, IEF 16902; IEFbe 2227; LS&R 1467 (Novartis tegen Pi Pharma) Merkenrecht. Een van de geneesmiddelen van Novartis is 'Co-Diovane' ook wel 'Co-Valsartan' genoemd. Pi Pharma wenst het geneesmiddel 'Valsartan Hydrochlorothiazide' vanuit het V.K. in te voeren en in België te verhandelen onder een van de bovengenoemde benamingen van Novartis. Novartis stelt dat Pi Pharma niet had mogen 'hermerken' naar een van haar merken. Met het oog op een effectieve toegang tot de Belgische markt is het hermerken noodzakelijk.