Reclamerecht  

LS&R 954

'Gratis' ooglaseren met kosten voor oogcontrole

RCC 7 juli 2014, LS&R 954, dossiernr. 2014/00374 (Vision)
Aanbeveling. Ooglaserbehandeling. Misleidende reclame. Het betreft een uiting op www.vision-ooglaseren.nl. Daarin staat onder de aanhef “Win een ooglaserbehandeling” onder meer: "Ieder kwartaal verloten wij een gratis ooglaserbehandeling! Wilt u in aanmerking komen voor een gratis ooglaserbehandeling? Vul dan het formulier hieronder in” en een aan te vinken hokje met de tekst: “Ik ga akkoord met de voorwaarden van de winactie”. De klacht: na het invullen van het formulier wordt men telefonisch of per e-mail bericht dat men een oogcontrole dient te ondergaan. De kosten van deze oogcontrole, € 75,-, dient men zelf te betalen. Klaagster acht de reclame misleidend, ook al wordt in de voorwaarden op de kosten van € 75,- gewezen. Bij een winactie voor “gratis ooglaseren” verwacht men niet dat eerst € 75,- moet worden betaald. Op deze wijze heeft adverteerder de “gratis” ooglasering er snel uit. De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC.

Het oordeel van de Commissie
Om in aanmerking te komen voor de in de uiting bedoelde “gratis ooglaserbehandeling” dient men een vooronderzoek te ondergaan, waarvoor in beginsel € 75,- moet worden betaald. Deze kosten zijn alleen dan niet verschuldigd, indien men, nadat blijkt dat men niet heeft gewonnen, toch een ooglaserbehandeling laat uitvoeren.
De verplichting om een vooronderzoek van in beginsel € 75,- te ondergaan, acht de Commissie dermate essentieel voor het onderhavige aanbod, dat hier in de uiting direct op had moeten worden gewezen, en niet pas in nog te raadplegen “voorwaarden”. Nu dat niet is gebeurd, is er sprake van een verborgen houden van essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c NRC. Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
LS&R 953

Waarschuwing voor strenge controles en boetes geen intimiderende reclame

Vz. RCC 3 juli 2014, LS&R 953, dossiernr. 2014/00395 (Sociale-Hygiene.nl)
Voorzittersafwijzing. Het betreft een aan klaagster geadresseerde brief met folder. In de aanhef van de brief staat: “Waarschuwing: strenge controles in uw gemeente”. In deze brief staan de boetes die kunnen worden opgelegd bij overtreding van de Drank- en Horecawet en wordt in dat verband voorts gezegd: “Uw gemeente kan ook tot intrekking van de vergunning of zelfs tot sluiting overgaan. Riskeer geen hoge boetes of sluiting! Controleer nu of u voldoende medewerkers heeft die in het bezit zijn van de SVH Verklaring Sociale Hygiëne.” Hierna worden dagcursussen genoemd die adverteerder aanbiedt en wordt voorts onder meer verwezen naar de “Training Hygiënecode HACCP” die in een bijgesloten folder wordt toegelicht. Klaagster stelt dat sprake is van een intimiderende en misleidende reclame voor cursussen. Er wordt gedreigd met boetes als geen cursussen worden afgenomen. De voorzitter wijst de klacht af.

Het oordeel van de voorzitter
Voor zover klaagster stelt dat de uiting misleidend is, stelt de voorzitter voorop dat bij de beoordeling van deze klacht dient te worden gelet op de totale uiting (een brief met folder) en de context waarin de bestreden mededelingen zijn geplaatst. Uitgaande hiervan acht de voorzitter het voldoende duidelijk dat de uiting strekt tot het aanprijzen van cursussen door adverteerder als commercieel bedrijf. Dat adverteerder in de uiting wijst op wettelijke verplichtingen en de mogelijkheid bij haar een wettelijk vereist certificaat (“SVH Verklaring Sociale Hygiëne”) te behalen, leidt niet tot een ander oordeel. Ook deze mededelingen strekken immers onmiskenbaar tot het aanprijzen van de diensten die adverteerder aanbiedt. In de begeleidende folder staat voorts een uitvoerige toelichting voor zover het betreft de “Training Hygiënecode HACCP” die adverteerder aanbiedt. Van misleiding is op grond van het voorgaande geen sprake.

Naar het oordeel van de voorzitter gaat de wijze waarop adverteerder op de noodzaak van het certificaat wijst en de mogelijkheid om bij haar dit certificaat te behalen, de grenzen van het toelaatbare niet te buiten. Weliswaar gaat enige dreiging uit van de verwijzing naar sancties die mogelijk zijn bij het ontbreken van het certificaat, maar het staat adverteerder vrij op deze wijze haar diensten aan te prijzen. Niet in geschil is immers dat deze sancties zullen (kunnen) volgen indien een bedrijf niet over dat certificaat beschikt, zodat daadwerkelijk een noodzaak bestaat om over het bedoelde certificaat te beschikken. Adverteerder mag hierop wijzen. Van intimidatie in de zin van artikel 14 van de Nederlandse Reclame Code is naar het oordeel van de voorzitter daarbij geen sprake.
LS&R 952

Aanduiding als 'yoghurt' voor zuivelproduct Oikos toegestaan

RCC 2 juli 2014, LS&R 952, dossiernr. 2014/00357 (Danone)
Afwijzing. Voeding. Geen misleiding. Het betreft de benaming “yoghurt” voor het zuivelproduct Oikos op verpakkingen, op de website van Danone (www.danone.nl) en in een televisiereclame. Op de verpakkingen staat “de stevige yoghurt bij trek”. Op de website en in de televisiecommercial wordt Oikos aangeprezen als “de yoghurt die steviger is dan je trek”. De klacht: het aanduiden van Oikos als “yoghurt” is in strijd met artikel 7 van de Nederlandse Reclame Code (NRC), waarin is bepaald dat reclame niet oneerlijk mag zijn. Omdat Oikos een melk verdikt met polymeren is, en geen vet en melkzuurbacteriën bevat, voldoet het product niet aan de in artikel 8 van het Warenwetbesluit Zuivel gestelde eisen om yoghurt genoemd te mogen worden. De Commissie wijst de klacht af.

Het oordeel van de Commissie
De klacht dient naar het oordeel van de Commissie te worden afgewezen. Tegenover de enkele bewering van klager dat de aanduiding “yoghurt” voor Oikos-producten niet toegestaan is gelet op het verdikken van de melk met polymeren en de afwezigheid van vet en melkzuurbacteriën, heeft adverteerder gemotiveerd en onder verwijzing naar de toepasselijke bepalingen uiteengezet dat Oikos-producten voldoen aan de wettelijke vereisten die gelden voor de aanduiding van een zuivelproduct als yoghurt. Van de door klager gestelde misleiding bij de benaming van Oikos-producten is niet gebleken.
LS&R 951

Crème kan DNA niet herstellen

RCC 4 juli 2014, LS&R 951, dossiernr. 2014/00361 00361A (Lancaster)
Aanbeveling. Misleidende reclame. Het betreft een televisiereclame voor onder meer het huidverzorgingsproduct Lancaster 365 Cellular Elixer. Nadat eerst de aandacht is gevestigd op een nieuwe gezichtscrème van Lancaster, “Total age correction”, is aan het slot van de reclame het product Lancaster 365 Cellular Elixer te zien en zegt de voice-over: “Combineer met Lancaster 365, het actieve serum dat het DNA herstelt”. De klacht is dat DNA niet kan worden gerepareerd. Drie jaar geleden werd deze reclame ook uitgezonden. Toen oordeelde de Commissie naar aanleiding van een soortgelijke klacht dat de reclame gepaard gaat met onjuiste informatie en dat de uiting misleidend en daardoor oneerlijk is [RB 1002]. De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC.

Het oordeel van de Commissie
Klager stelt, onder verwijzing naar dossier 2011/00178A, dat dezelfde reclame drie jaar geleden werd uitgezonden en dat de Commissie deze misleidend en oneerlijk heeft bevonden.
De Commissie stelt voorop dat laatstgenoemd dossier betrekking heeft op een andere televisiereclame voor hetzelfde product en dat in de betreffende reclame, voor zover hier van belang, werd gesteld: “365 Cellular Elixer reset elke dag het DNA van uw huid”.
De Commissie oordeelde -samengevat- dat zij het aannemelijk acht dat het aangeprezen product een bijdrage kan leveren aan het herstel van beschadigd DNA, zoals dat herstel door natuurlijke herstelprocessen wordt bewerkstelligd, met name in die zin dat het herstel wordt bevorderd en versneld, maar dat deze bijdrage aan het herstel niet de absolute en niet kennelijk overdreven claim “365 Cellular Elixer reset elke dag het DNA van uw huid” rechtvaardigt. De Commissie achtte de reclame misleidend en daardoor oneerlijk.
(…)
In de uiting wordt gezegd: “Lancaster 365, het actieve serum dat het DNA herstelt”. Hierdoor wordt de indruk gewekt dat het product zelfstandig in staat is het DNA de herstellen. Dit laatste is echter niet komen vast te staan. Niet duidelijk is dat, naar de Commissie begrijpt uit het verweer, met voornoemde mededeling bedoeld is dat Lancaster 365 een “bijdrage” levert aan het herstel van DNA. Gelet op het bovenstaande gaat de Commissie gepaard met onjuiste informatie ten aanzien van de van het gebruik van het product te verwachten resultaten als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.



LS&R 943

Nadere toelichting vereist voor babyvoeding claims over hersenontwikkeling

RCC 26 juni 2014, LS&R 943, dossiernr. 2013/00930 (Nutrilon)
Gedeeltelijke Aanbeveling. Babyvoeding. Het betreft een televisiereclame voor de voeding “Nutrilon met Pronutra”. Daarin worden onder meer uitingen gedaan over dat dit product bijdraagt aan een gezonde hersenontwikkeling en het immuunsysteem. De klacht: gesuggereerd wordt dat door het gebruik van de onderhavige melkpoeder “de fantastische toekomst van je kleine baby wordt bepaald”. De poeder draagt bij aan een “gezonde hersenontwikkeling”. Na opnieuw bekijken van de reclame zag klager dat zeer kort en klein wordt vermeld dat borstvoeding de beste voeding is. De consument wordt op het verkeerde been gezet. De Commissie stelt adverteerder in de gelegenheid binnen 14 dagen na dagtekening van deze beslissing de Commissie nader te informeren over de in de commercial gebruikte claims met betrekking tot de hersenontwikkeling en of deze zijn aan te merken als toegestane claims. Voor het overige houdt de Commissie haar beslissing aan.

Het oordeel van de Commissie

1. Waar klager stelt dat geen reclame voor melkpoeder mag worden gemaakt, heeft klager kennelijk het oog op het verbod om reclame te maken voor volledige zuigelingenvoeding voor baby’s jonger dan 6 maanden, neergelegd in artikel 2 onder a van de Warenwetregeling Zuigelingenvoeding 2007 in verbinding met artikel 14 van de Europese Richtlijn over zuigelingenvoeding, richtlijn 2006/141/EG. In artikel 14 van voornoemde richtlijn staat onder meer: “Voor volledige zuigelingenvoeding mag slechts reclame worden gemaakt in gespecialiseerde publicaties op het gebied van babyverzorging en in wetenschappelijke publicaties” en in artikel 2 van voornoemde Warenwetregeling staat onder meer: “Het (…) verhandelen van:
a. volledige zuigelingenvoeding (…) geschiedt met inachtneming van de artikelen (…) tot en met 14, van richtlijn 2006/141/EG”.

De onderhavige uiting, waarin tweemaal een pak “Nutricia Nutrilon met Pronutra Standaard 2 6-10 maanden” in beeld is gebracht, heeft echter duidelijk betrekking op voeding voor baby’s vanaf 6 maanden, ofwel opvolgmelk. Het maken van reclame voor opvolgmelk is op zichzelf niet ontoelaatbaar.

2. Voor zover klager bezwaar maakt tegen de mededelingen “Nutrilon met Pronutra, die bijdraagt aan een gezonde hersenontwikkeling”, “DHA in Nutrilon met Pronutra ondersteunt een normale hersenontwikkeling” en “Ondersteunt de GEZONDE HERSENONTWIKKELING”, overweegt de Commissie het volgende. Adverteerder heeft bij verweer meegedeeld dat de in de commercial gebruikte claims met betrekking tot onder meer de hersenontwikkeling zijn gebaseerd op de dossiers van de bij de EFSA ingediende artikel 14 claims.

Alvorens het onderhavige bezwaar te beoordelen, zal de Commissie adverteerder in de gelegenheid stellen haar verweer op dit punt nader toe te lichten en daarbij in te gaan op de vraag of de in dit geval gebruikte claims met betrekking tot de hersenontwikkeling zijn aan te merken als toegestane claims in de zin van artikel 14 lid 1 onder b van de EG-verordening 1924/2006 inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen. In artikel 14 lid 1 van deze verordening staat:

“Niettegenstaande artikel 2, lid 1, onder b), van Richtlijn 2000/13/EG mogen de volgende claims worden gedaan indien er volgens de procedure van de artikelen 15, 16, 17 en 19 van deze verordening een vergunning is verleend om ze op te nemen in een communautaire lijst van dergelijke toegestane claims, tezamen met alle noodzakelijke voorwaarden voor het gebruik van die claims:

a) claims inzake ziekterisicobeperking;
b) claims die verband houden met de ontwikkeling en gezondheid van kinderen”.

Vervolgens zal klager in de gelegenheid worden gesteld schriftelijk te reageren.

3. Ten slotte overweegt Commissie dat zij de bij de beelden van een moeder die borstvoeding geeft gedane mededeling “Borstvoeding is de beste voeding voor je baby” voldoende duidelijk leesbaar acht en dat deze mededeling voldoende lang in beeld is.
LS&R 940

Merkinbreuk Wittmann Patch en ongeldig CE-Certificaat kunstmatige kleefhuid

Vzr. Rechtbank Den Haag 10 juli 2014, LS&R 940 (Starsurgical tegen Wittmann c.s.)
Uitspraak ingezonden door Marga Verwoert en Maarten Haak, Hoogenraad & Haak advocaten. Merkenrecht. Misleiding. Rectificatie. Starsurgical verkoopt kunstmatige kleefhuid, een medisch hulpmiddel om een buikwand na incisie meerdere malen te sluiten en openen. Deze techniek is ontwikkelt door het Medical College Wisconsin waar Wittmann werkzaam was. Starsurgical heeft het exclusieve productie/distributierecht gekregen en verkoopt dit onder de merknaam Wittman Patch. Onder vermelding van "Wittmann Patch" en CE-certificaten bieden Wittmann c.s. via hidih.com/.de kunstmatige kleefhuid aan. Ook staan Sigma medical en Intraven als distributeur vermeld voor Nederland respectievelijk Spanje. Merkinbreuk is niet bestreden en wordt verboden in de EU. Er dient twee maanden te worden gerectificeerd op de openingspagina's in het Duits, Engels en Spaans. Gebruik van ongeldig CE-Certificaat en -goedkeuring dient te worden gestaakt.

5.4. beveelt Wittmann om binnen één maand na betekening van dit vonnis en gedurende twee maanden een rectificatie te plaatsen op de openingspagina van www.hidih.com, www.hidih.de en www.novomedicus [5.5: www.sigma-medical.nl, 5.6: www.intraven.es] in de vorm van een deugdelijke vertaling in de Duitse en Engelse [5.6: Spaanse] taal van de volgende tekst, in zwarte letters tegen een witte achtergrond zonder verdere mededeling;
"Bij deze informeren wij onze relaties dat Starsurgical, Inc. houder is van het merk "Wittmann Patch" voor de Europese Gemeenschap en de exclusief gerechtigde distributeur van "Wittmann Patch" kunstmatige Kleefhuid in de Europese Gemeenschap. (...) is niet gerechtigd om kunstmatige kleefhuid onder de naam "Wittmann Patch" op de markt te brengen, te distribueren of te verkopen en is niet gelieerd aan en heeft niet gehandeld namens Starsurgucal danwel met Starsurgical's toestemming. (...) Het CE Certificaat en de goedkeuring waaronder voorheen de inbreukmakende "Wittmann Patch" is aangeboden, zijn niet langer geldig en mogelijk niet van toepassing op de geleverde producten.
LS&R 936

Boodschap puur en gezond zonder waarschuwing gezondheidsrisico's niet misleidend

RCC 16 juni 2014, LS&R 936, dossiernr. 2014/00217 (Yanga Sports Water)
Afwijzing. Voeding. Kenmerken product. Het betreft een uiting op www.yangasportswater.com. Daarin staat onder meer: “Yanga Sports Water is gemaakt van zuiver plantaardige stoffen”. De klacht: blijkens de ingrediëntenlijst bevat het product grotendeels synthetische en chemische stoffen zoals E950/952/954/955/202. Deze stoffen kunnen de volgende bijwerkingen hebben: kankerverwekkend, toename cholesterolgehalte, allergie risico’s, beschadiging immuunsysteem, aantasting lever en nieren, geboorteafwijkingen, astma, netelroos en darmstoornissen. Klager vindt de boodschap van puur en gezond misleidend. Er wordt alleen gesproken over de vitamines die het product bevat, en niet over risico’s zoals hiervoor genoemd. In klagers sportschool Fit4Free die het product verkoopt, staat bij de automaten geen waarschuwing voor gezondheidsrisico’s. De Commissie wijst de klacht af.

Het oordeel van de Commissie
Adverteerder heeft bij verweer meegedeeld dat voor de productie van Yanga Sports Water plantaardige grondstoffen worden gebruikt. De Commissie begrijpt dat dit ook geldt voor de in de klacht genoemde stoffen E950/952/954/955/202. Adverteerder heeft bij verweer ook gesteld dat deze stoffen veilig zijn en dat het Voedingscentrum, de Universiteit van Wageningen, het KWF Kankerfonds en de European Food Safety Authority de veiligheid van de door adverteerder gebruikte stoffen bevestigen. Klager heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om op het verweer reageren, noch schriftelijk noch door het geven van een mondelinge toelichting ter vergadering. Onder deze omstandigheden ziet de Commissie geen aanleiding om klagers bezwaar dat -kort gezegd- ten onrechte niet wordt gewezen op risico’s, verbonden aan het product Yanga Sports Water, gegrond te achten.
LS&R 935

Onjuiste claims over diervriendelijkheid “Vlees van oorsprong”

RCC 11 juni 2014, LS&R 935, dossiernr. 2014/00369 (Jumbo)
Aanbeveling. Onjuiste informatie. Misleidende reclame. Het betreft een reclame-uiting in de winkels van Jumbo met de volgende tekst: “ Vlees met oorsprong. Vlees met een goed verhaal. Jumbo Vlees van Oorsprong is afkomstig van diervriendelijke houderijen en voldoet aan strenge normen. Het is extra mals, vol van smaak en ieder product vertelt zijn eigen unieke verhaal. Jumbo”. De klacht: klaagster verwijst voor het gebruik van de term “diervriendelijke houderijen” naar de uitspraak van de Commissie van 1 december 2011 en is op grond van deze uitspraak van mening dat het misleidend is om Vlees van Oorsprong aan te prijzen als afkomstig van “diervriendelijke houderijen”. Door te spreken over “diervriendelijke houderijen” wordt ten onrechte de indruk gewekt dat Vlees met Oorsprong op diervriendelijke wijze is geproduceerd. De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC en beveelt de adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Het oordeel van de Commissie
Nu het door adverteerder onder de noemer “Vlees van Oorsprong” verkochte kalfsvlees en kippenvlees slechts één Beter Leven-ster hebben en het varkensvlees en rundvlees zelfs daarvoor niet in aanmerking komen, acht de Commissie het onjuist en misleidend om “Vlees van Oorsprong” met de absolute claim “diervriendelijk” aan te prijzen.

Gelet op het vorenstaande is de Commissie van oordeel dat in de uiting onjuiste informatie wordt verstrekt ten aanzien van de wijze waarop het vlees is geproduceerd als bedoeld in artikel 8.2 aanhef van de NRC.

LS&R 916

Prejudiciële vragen over beschrijvende, grafische voorstelling van afwezige ingrediënten

Prejudiciële vraag HvJ EU 26 februari 2014, LS&R 916, zaak C-195/14 (Teekanne) - dossier
Verzoekster handelt in thee. Zij verhandelt onder de naam „Felix Himbeer Vanille Abenteuer” een vruchtenthee, met een verpakking waarop afbeeldingen van frambozen en vanillebloesems staan en de aanduidingen „nur natürliche Zutaten”en „Früchtetee mit natürlichen aromen” terwijl in werkelijkheid deze thee geen bestanddelen of aroma’s van vanille of frambozen bevat. Gestelde vraag: “Mogen de etikettering en presentatie van levensmiddelen alsmede de daarvoor gemaakte reclame door het voorkomen, de beschrijving of de grafische voorstelling, de indruk wekken dat een bepaald ingrediënt aanwezig is, terwijl dit ingrediënt in werkelijkheid ontbreekt, en dit enkel blijkt uit de lijst van ingrediënten overeenkomstig artikel 3, lid 1, punt 2, van richtlijn 2000/13/EG?”

Verweerder is het Bundesverband der Verbraucherzentralen und Verbraucherverbände – Verbraucherzentrale Bundesverband; hij stelt dat de op de verpakking gegeven informatie misleidend is. Hij eist dat verzoekster een verbod wordt opgelegd op deze wijze reclame te maken, en een schadevergoeding voor de gemaakte aanmaningskosten van € 200.
In eerste instantie wordt verweerder in het gelijk gesteld, maar in beroep wordt die uitspraak vernietigd. De beroepsrechter is van oordeel dat geen sprake is van misleiding in de zin van de DUI wet inzake oneerlijke mededinging in samenhang met het DUI wetboek inzake levensmiddelen, consumptiegoederen en diervoeder. Uit de op de verpakking aangebrachte lijst van ingrediënten zou voor de redelijk geïnformeerde, omzichtige en oplettende gemiddelde consument voldoende duidelijk blijken dat de gebruikte aroma’s niet uit frambozen en vanille zijn gewonnen, maar enkel deze smaak hebben.

De zaak ligt nu voor ‘Revision’ bij de verwijzende DUI rechter (Bundesgerichtshof). Hij vraagt zich af of het voldoende is dat de indruk wordt gewekt dat een bepaald ingrediënt aanwezig is, terwijl dit ingrediënt in werkelijkheid ontbreekt, en dit enkel blijkt uit de lijst van ingrediënten overeenkomstig artikel 3, lid 1, punt 2, van richtlijn 2000/13/EG. Hij stelt daartoe de volgende vraag:

“Mogen de etikettering en presentatie van levensmiddelen alsmede de daarvoor gemaakte reclame door het voorkomen, de beschrijving of de grafische voorstelling, de indruk wekken dat een bepaald ingrediënt aanwezig is, terwijl dit ingrediënt in werkelijkheid ontbreekt, en dit enkel blijkt uit de lijst van ingrediënten overeenkomstig artikel 3, lid 1, punt 2, van richtlijn 2000/13/EG?”
LS&R 896

Uiting zelfzorggeneesmiddel duidelijk gericht op migraine, niet op gewone hoofdpijn

Vz RCC 14 april 2014, dossiernr. 2014/00141 (Excedrin)
Afwijzing. KOAG-nummer. Excedrin wordt aanbevolen als medicijn tegen migraine, dat ook werkt tegen klachten als misselijkheid en lichtgevoeligheid waarmee migraine gepaard gaat. Het product is echter niet meer dan een gewone pijnstiller: een combinatie van aspirine en paracetamol met coffeïne. Excedrin is een bij het CBG geregistreerd zelfzorggeneesmiddel is en dat de onderhavige uiting is voorzien van een KOAG-nummer. Excedrin aanbevolen bij migraine en “bijbehorende symptomen” niet misleidend is in de zin van artikel 8.2 en/of 8.3 NRC of artikel 10 CPG. De televisiereclame heeft duidelijk betrekking op migraine, en niet op “gewone hoofdpijn”.

Informatie Keuringsraad KOAG/KAG

Door de Keuringsraad is onder meer het volgende meegedeeld.

De bestreden uiting valt onder de competentie van de Keuringsraad Openlijke Aanprijzing Geneesmiddelen (KOAG), is door de KOAG getoetst aan de Code voor de Publieksreclame voor Geneesmiddelen (CPG), en is op 4 december 2013 voorzien van een KOAG-nummer.

Excedrin is een bij het College Beoordeling Geneesmiddelen (CBG) geregistreerd zelfzorggeneesmiddel. In de 1B1 tekst en de patiëntenbijsluiter is migraine als indicatie vastgelegd.

Oordeel van de voorzitter
Door de Keuringsraad KOAG/KAG is onder meer meegedeeld dat Excedrin een bij het CBG geregistreerd zelfzorggeneesmiddel is en dat de onderhavige uiting is voorzien van een KOAG-nummer.

Blijkens de onderdelen 4.1 respectievelijk 5.1 van de door adverteerder overgelegde, door het CBG goedgekeurde “Samenvatting van de Kenmerken van het Product” zijn de “Therapeutische indicaties” van Excedrin: “Voor de acute behandeling van hoofdpijn en aanvallen van migraine met of zonder aura” en is “EXCEDRIN” “doeltreffend gebleken bij het verlichten van migrainesymptomen zoals hoofdpijn, nausea en overgevoeligheid voor licht of geluid”.

Gelet op het bovenstaande leidt het feit dat Excedrin in de bestreden uiting wordt aanbevolen bij migraine en “bijbehorende symptomen” als bijvoorbeeld “overgevoeligheid voor licht of geluid” niet tot het oordeel dat de uiting misleidend is in de zin van artikel 8.2 en/of 8.3 van de Nederlandse Reclame Code dan wel in de zin van artikel 10 CPG.

Voor zover klaagster stelt: “Wie gewone hoofdpijn heeft, kan “net zo” gewone, ook goedkopere pijnstillers gebruiken”, overweegt de voorzitter dat de televisiereclame duidelijk betrekking heeft op migraine, en niet op “gewone hoofdpijn”.